3.4 les 1 (2023)

Imperium Romanum
3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Imperium Romanum
3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 3.4
  1. Ik kan uitleggen op welke twee manieren de Romeinse Republiek er voor zorgde dat niet te veel macht bij één persoon kwam te liggen.
  2. Ik kan uitleggen hoe de arme bevolking in de 3e eeuw v.Chr. meer invloed kreeg op het Romeinse bestuur.

Slide 2 - Slide

De Romeinse Republiek
  • In 509 v. Chr. wordt de monarchie in Rome afgeschaft.

  • Rome wordt vanaf nu een republiek (afgeleid uit het Latijnse woord res publica, dat betekent 'zaak van het volk').

  • In een republiek worden de belangrijkste leiders gekozen. Het leiderschap is dus niet erfelijk.

Slide 3 - Slide

Leg de naam res publica uit.
Waarom is een republiek een zaak van het volk?

Slide 4 - Open question

Welk van onderstaande landen is nu nog een republiek? Meerdere antwoorden zijn mogelijk!
A
De Verenigde Staten
B
Frankrijk
C
Nederland
D
België

Slide 5 - Quiz

De senaat
  • De republiek werd bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Die bestond uit 600 rijke Romeinen met een (ex-)bestuursfunctie.

  • Een volksvergadering koos elk jaar 2 leiders: de consuls.

  • De consuls voerden de besluiten van de senaat uit. Het advies van de senaat werd altijd opgevolgd.

Slide 6 - Slide

Waarom werden er twee consuls gekozen en niet één?

Slide 7 - Open question

Consul
  • De consuls werden gekozen door het volk en kwamen uit de rijkste families.
  • Consuls mochten niet teveel macht hebben, dus:
  1. Consul was je voor één jaar.
  2. Er werden 2 consuls gekozen.

  • Consuls hadden belangrijke taken zoals het leiden van Romeinse legers.
  • Rechts zie je Gaius Marius, consul rond de 1e eeuw v.Chr..

Slide 8 - Slide

De Romeinse volksvergadering
  • Lange tijd hadden de rijke Romeinen de meeste invloed op het bestuur.
  • Vanaf 287 v. Chr. veranderde dat. De arme Romeinse bevolking kreeg meer invloed:
  1. Er werden 10 volkstribunen gekozen door de volksvergadering (een volkstribuun was een beschermer van het gewone volk).
  2. De volkstribunen hadden vetorecht (= het recht om een beslissing tegen te houden).
Rechts zie je Gaius Gracchus, een populair volkstribuun in 123 en 122 v.Chr..

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Maken 3.4 opdracht 1 t/m 5.
Zelfstandig.
Zachtjes fluisteren.
Vragen? Steek je hand op. Dan kom ik je helpen.

Slide 11 - Slide