H6 - werkwoordspelling (les 2)

Werkwoordspelling - les 2
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoordspelling - les 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Hoofdstuk 6 - Taalverzorging (blz. 160-161)
Werkwoordspelling

Opdracht 5 - 6 - 8

De Brug
Spelling (tegenwoordige en verleden tijd)
Opdracht 1 t/m 4





Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zijn er vragen/opmerkingen over het huiswerk?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

DOEL

- je kunt werkwoorden correct spellen met behulp van het schema werkwoordspelling
spelling: werkwoordspelling

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bekijk het volgende filmpje

schema werkwoordspelling

-

uitgelegd in twee minuten

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
De Brug
Spelling - tegenwoordige en verleden tijd
opdracht 1 t/m 4
timer
8:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

Goed of fout?
Het gaat hier om de voltooide tijd.
- ingepakt: goed (want je hoort de 't' in: ingepakte; of gebruik 't ex-Kofschip: de 'k' zit erin) 
- bezorgt: fout! (je hoort een 'd' in bezorgde; of kijk naar 't ex-Kofschip: daar zit de 'g' niet in.)

(Let op: 'bezorgt' is wel goed in de tegenwoordige tijd! Hij bezorgt het pakje.)
Wanneer eindigt een voltooid deelwoord op een 'd' en wanneer op een 't'?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat doe je als je het niet kunt horen, omdat zowel een 't' als een 'd' goed klinkt?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

't Sexy Fokschaap
t' kofschip (+x)
XTC koffeeshop

Slide 13 - Slide

This item has no instructions





Let op! Soms lijkt een werkwoord op een voltooid deelwoord, maar dan is het de persoonsvorm.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Volgende slide: 'In welke zinnen is het rode woord een voltooid deelwoord?'


Slide 15 - Slide

This item has no instructions



1. Ik heb een groene pen gebruikt.
2. Hij gebruikt altijd een groene pen.
3. Het gebeurt erg vaak.
4. Het is erg vaak gebeurd.
5. Hij heeft zijn auto verkocht.
6. Hij verkocht gisteren zijn auto.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vul hier je antwoorden in

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
Hoofdstuk 6 - Taalverzorging
Spelling - schrijven zonder fouten 
Opdracht 7

KLAAR?
De Brug - Lastige werkwoordsvormen
opdracht 7 en 8
timer
6:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

GELEERD?

- je kunt werkwoorden correct spellen met behulp van het schema werkwoordspelling
spelling: werkwoordspelling

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste werkwoord:

"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke drie dingen heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Welke dingen begreep je nog niet zo goed?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Hoofdstuk 6 - Taalverzorging
Spelling - schrijven zonder fouten 
Opdracht 7

De Brug - Lastige werkwoordsvormen
opdracht 7 en 8

Slide 28 - Slide

This item has no instructions