Basisstof 2: Groei en ontwikkeling

Thema 1: Planten en dieren
Basisstof 2: Groei en ontwikkeling
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 1: Planten en dieren
Basisstof 2: Groei en ontwikkeling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
ff terugblikken
Uitleg basisstof 1.2
Aan de slag! 
Huiswerk: Basisstof 1.2 vragen 1-2-3-5-6-7-8-9.
Nog vragen? Tips en tops


Slide 2 - Slide

Lesdoelen

1. Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
2. Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie.
3. Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.

Slide 3 - Slide

Ff terugblikken
  • Rondje huiswerk controle.
  • Nabespreken huiswerkvragen.

Slide 4 - Slide

Organisme is een ander woord voor levend wezen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Zie je hier organismen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Voortplanten is een levenskenmerk. Als je je kunt voortplanten, dan ben je een organisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Bij welk levenskenmerk
past deze afbeelding?

Slide 8 - Open question

Een augurk in een pot is levenloos.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Uitleg basisstof 1.2 Groei en ontwikkeling

Slide 10 - Slide

Groei
Alle organismen groeien. 

Groeien = groter en zwaarder worden.

Zelf ben je ook groter en zwaarder geworden dan toen je een baby was. 

Slide 11 - Slide

Een zaad
De meeste planten groeien uit zaden. 
De zaadhuid beschermt het zaad. De witte vlek is de navel. Daarmee zat het zaadje vast aan de plant. Onder de navel zit een donker, hartvormig bultje. Boven de navel zit een heel klein gaatje, het poortje. Hierdoor neemt het zaadje water op. 

Slide 12 - Slide

Een zaad
In een zaad zit een kiem. Dat is een klein worteltje, stengeltje en blaadjes. Dit is het begin van een nieuwe plant. De kieming begint als het zaad water opneemt. 
De eerste blaadjes die boven de grond komen, zijn de zaadlobben. Deze bevatten voedingsstoffen.  

Slide 13 - Slide

Ontwikkeling
Als een kiemplantje groeit, wordt het groter en zwaarder. Ook de vorm verandert. 
  • De wortel vertakt zich
  • Aan de stengel groeien bladeren
  • Soms ontstaan bloemen

Deze veranderingen noem je ontwikkeling

Slide 14 - Slide

Dieren
Ook dieren groeien en ontwikkelen zich. 
Zie als voorbeeld deze pinguïn:
  • Uit het ei komt een jong. 
  • Het jong ziet er al uit als een volwassen pinguïn, maar dan met donsveren.
  • Het jong wordt groter en zwaarder, zijn veren veranderen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Je kunt zien dat de uil is gegroeid, omdat hij groter is geworden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Als een organisme groeit, dan verandert de .............. van het organisme
A
Bouw
B
Grootte
C
Kleur
D
Vorm

Slide 18 - Quiz

Ontwikkeling is het optreden van veranderingen in de bouw van een organisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van ontwikkeling?
A
Als een boom een dikkere stam krijgt
B
Als een boom zijn bladeren laat vallen
C
Als een plant een langere steel krijgt
D
Als een plant grotere bladeren krijgt

Slide 20 - Quiz

Bij de kieming beschermen de zaadlobben het groeiende kiemplantje.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Bij de kieming neemt een zaad water op via de navel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

De zaadlobben bevatten reservevoedsel voor het kiemplantje
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Huiswerk maken

Slide 24 - Slide

Aan de slag! Thema 1.2
Wat?   Huiswerk maken. Basisstof 1.2 vragen 1-2-3-5-6-7-8-9
Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les
Uitkomst, wat doen we ermee? Aan het einde van de les nemen we bij beurt de balangrijkste vragen door..
Klaar? Maak online de test-je-zelf 1.2
               



Slide 25 - Slide