Les 3 BK Basisstof 2: Ontwikkeling

Thema 1: Planten en dieren
Basisstof 3: Ontwikkeling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 1: Planten en dieren
Basisstof 3: Ontwikkeling

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
ff terugblikken
Uitleg basisstof 1.3
Aan de slag! Practicum vraag 3

Nog vragen? Tips en tops


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1.3.8 Je kunt een loep gebruiken.
1.3.9 Je kunt de ontwikkeling van een zaadplant beschrijven.
1.3.10 Je kunt omschrijven wat ontwikkeling is.

Slide 3 - Slide

Ff terugblikken
  • Rondje huiswerk controle.
  • Nabespreken huiswerkvragen.

Slide 4 - Slide

Uitleg basisstof 1.3 Ontwikkeling

Slide 5 - Slide

Groei
Alle organismen groeien. 

Groeien = groter en zwaarder worden.

Zelf ben je ook groter en zwaarder geworden dan toen je een baby was. 

Slide 6 - Slide

Een zaad
De meeste planten groeien uit zaden. 
De zaadhuid beschermt het zaad. De witte vlek is de navel. Daarmee zat het zaadje vast aan de plant. Onder de navel zit een donker, hartvormig bultje. Boven de navel zit een heel klein gaatje, het poortje. Hierdoor neemt het zaadje water op. 

Slide 7 - Slide

Een zaad
In een zaad zit een kiem. Dat is een klein worteltje, stengeltje en blaadjes. Dit is het begin van een nieuwe plant. De kieming begint als het zaad water opneemt. 
De eerste blaadjes die boven de grond komen, zijn de zaadlobben. Deze bevatten voedingsstoffen.  

Slide 8 - Slide

Ontwikkeling
Als een kiemplantje groeit, wordt het groter en zwaarder. Ook de vorm verandert. 
  • De wortel vertakt zich
  • Aan de stengel groeien bladeren
  • Soms ontstaan bloemen

Deze veranderingen noem je ontwikkeling

Slide 9 - Slide

Dieren
Ook dieren groeien en ontwikkelen zich. 
Zie als voorbeeld deze pinguïn:
  • Uit het ei komt een jong. 
  • Het jong ziet er al uit als een volwassen pinguïn, maar dan met donsveren.
  • Het jong wordt groter en zwaarder, zijn veren veranderen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Je kunt zien dat de uil is gegroeid, omdat hij groter is geworden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Als een organisme groeit, dan verandert de .............. van het organisme
A
Bouw
B
Grootte
C
Kleur
D
Vorm

Slide 13 - Quiz

Ontwikkeling is het optreden van veranderingen in de bouw van een organisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van ontwikkeling?
A
Als een boom een dikkere stam krijgt
B
Als een boom zijn bladeren laat vallen
C
Als een plant een langere steel krijgt
D
Als een plant grotere bladeren krijgt

Slide 15 - Quiz

Bij de kieming beschermen de zaadlobben het groeiende kiemplantje.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Bij de kieming neemt een zaad water op via de navel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

De zaadlobben bevatten reservevoedsel voor het kiemplantje
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Zo werkt een loep
Stap 1 Houd de loep dicht bij je oog.
Stap 2 Kijk door de loep naar het voorwerp.
Stap 3 Breng het voorwerp langzaam dichter bij de loep.
Stap 4 Stop als je het voorwerp scherp ziet.

Slide 19 - Slide

Biologisch tekenen

Slide 20 - Slide

Aan de slag! Thema 1.3
Wat?  Blz. 27 Practicum 3.
Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? Tekeningen laten zien aan je buur of deze kijkt of er niets mist. Denk aan de tekenregels.
Klaar? Huiswerk vraag 1-2-5-6-7-8, online de test-je-zelf.
               



Slide 21 - Slide

Huiswerk 1.3 Ontwikkeling
dinsdag 19 september 5e uur

va blz. 26
Maken: Vragen 1-2-3-4-5-6-7-8-10
                 Online test-je-zelf

maandag 15 of dinsdag 16 mei tijdens KWT:
SO Thema 5, Basisstoffen 1 t/m 3
timer
1:00

Slide 22 - Slide