1.4 en 1.5 CH

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Startopdracht

- Leg je schoolspullen op tafel

- Maak de startopdracht

- Klaar? Leer de begrippen van 1.2 en 1.3 uit je kennisoverzicht

Inhoud van de les

• Bespreken startopdracht
• Herhaling 1.2 en 1.3
• Nakijken schoolwerk 
  
• Leerdoelen en uitleg 1.4 en 1.5 
  
• Aan de slag!
• Samen afsluiten

Dit heb je altijd mee naar de biologieles:

• Gevulde etui
  
• Leerboek en werkboek
  
• Aantekeningen schrift
  
• Kennisoverzichtenmap
  
• Agenda/plenda
  

Startopdracht

Nakijken!

1= Schedel

5= sleutelbeen

6= borstbeen

8= opperarmbeen

9= ribben

10= borstwervels

12= bekken

17= spaakbeen

18= ellepijp

20= dijbeen

22= kuitbeen

23= scheenbeen

Kraakbeenweefsel

• Veel lijmstof
  
• Weinig kalkzouten
  

Nakijken schoolwerk

M: Alle opdrachten 1.2 en 1.3 in je werkboek (-plus)

• We bespreken samen de opdrachten
  
• Docent kies wie het antwoord geeft
  
• Jullie zijn stil en schrijven mee!
  

Verbeter de antwoorden in je werkboek

Let op: dit wordt gecontroleerd

Samen lezen 1.4

Ga naar pagina 18 in je tekstboek

Regels:

- docent kies wie voorleest

- de rest is stil en leest mee

- je kunt op ieder moment 

  verder lezen

1.4 Beenverbindingen

Jij eet vast wel eens een eitje. Dieren doen dat ook, maar die eten het ei rauw. Soms zit zelfs de schaal er nog om het ei, dat slik je niet zomaar door, zeker niet als het ei eigenlijk niet in je bek past. Slangen hebben hiervoor een oplossing voor.

Ei etende slang

• Jij eet vast wel eens een eitje. Dieren doen dat ook, maar die eten het ei rauw. Soms zit zelfs de schaal er nog om het ei, dat slik je niet zomaar door, zeker niet als het ei eigenlijk niet in je bek past. Slangen hebben hiervoor een oplossing voor.

• Antwoord: Het kaakscharnier van een slang is heel lenig. Hierdoor kan de bek ver open. Bij heel grote prooien kan de slang het gewricht helemaal uit elkaar bewegen (ontwrichten).

Beenverbindingen

Vergroeiing   Naadverbindingen 

                                                        Kraakbeen          Gewrichten    

Soorten gewrichten

Soorten gewrichten

Bouw gewricht

Aan de slag!

• Maak de opdrachten van paragraaf 1.4 in je werkboek
  
• Je mag samenwerken op fluisterniveau
  

Klaar? Ga verder met de opdrachten van 1.5

Samen lezen

Ga naar pagina 23 in je tekstboek

Regels:

- docent kies wie voorleest

- de rest is stil en leest mee

- je kunt op ieder moment 

  verder lezen

1.5 De bouw van botten

Skelet spieren

Spieren in je lichaam die aan je skelet vastzitten, hierdoor kan je bewegen.

Opdracht

Overleg met je schoudermaatje:

- Hoe zitten spieren vast aan 

   het skelet?

- Hoe helpen spieren bij het 

   bewegen?

Rood is spierweefsel en roze/wit is peesweefsel

Antagonisten

Antagonisten zijn spieren die een tegengesteld effect hebben.

biceps -> bovenkant arm/buigspier

triceps -> onderkant arm/trekspier

Antagonisten

Extra voorbeelden

Aan de slag!

• Maak de opdrachten van paragraaf 1.5 in je werkboek
  
• Je mag samenwerken op fluisterniveau
  

Klaar? Ga verder met lezen van 1.6

Schoolwerk 2 oktober

• Schrijf het werk in je plenda, leg deze op de hoek van je tafel
• Ga verder met de opdrachten

L: 1.4 en 1.5

Lz: Paragraaf 1.6 en 1.7

M: Alle opdrachten van paragraaf 1.4 en 1.5 

      in je werkboek (plusvragen en video vragen overslaan)

Afsluiting

Je mag spullen rustig inpakken wanneer docent dat zegt

Check voor jezelf:

   - Je hebt een kennisoverzicht in je map

   - Je hebt je huiswerk opgeschreven (tip: omcirkel de             

      opdrachten in je werkboek)