Klasse C: brand van gas (methaan, acetyleen, propaan)
Klasse D: brand van metaal (Natrium, calcium, aluminium)
Slide 5 - Slide
Je boek staat in brand, welke brandklasse is dit?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 6 - Quiz
Je motor heeft olie gelekt, de olie is in brand gevlogen. Welke brandklasse?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 7 - Quiz
Branden worden ingedeeld in brandklassen. Deze klassen houden rekening met:
A
De ruimte waarin de brand zich bevindt
B
De tijdsduur van de brand
C
De aard van de brandende stoffen
D
De hoeveelheid aanwezige zuurstof
Slide 8 - Quiz
Op een brandblusser staat een brandklassen-aanduiding B + C. Welke branden kun je hiermee blussen?
A
Alle soorten branden.
B
Brandende vloeistoffen en gasbranden.
C
Brandende vloeistoffen en metaalbranden.
Slide 9 - Quiz
Vlampunt en zelfontbrandingstemperatuur
De temperatuur waarbij de minimale hoeveelheid gas ontstaat, waardoor er een brand/explosie kan ontstaan is het vlampunt.
Zelfontbrandingstemperatuur: de laagste temperatuur waardoor er spontaan een brand ontstaat
Slide 10 - Slide
Explosiemeter
Een explosiemeter is een persoonlijke monitor en meet de hoeveelheid brandbare gassen in de lucht. Je bent veilig als de explosiemeter op 10% van de LEL (Lower Explosion Limit) is ingesteld.
Slide 11 - Slide
Met een explosiemeter meet je:
A
LEL
B
UEL
Slide 12 - Quiz
De explosiemeter gaat af. Wat betekent dit?
A
De meter is niet goed ingesteld
B
Er zitten te veel brandbare gassen in de lucht
C
Er zit meer dan 10% van de LEL in de lucht
D
Verlaat de ruimte
Slide 13 - Quiz
Explosiegevaarlijke omgeving
Er is kans op explosie bij:
Brandbare gassen/dampen
Vloeistoffen met laag vlampunt
Stofwolk
Slide 14 - Slide
Hoe veilig werken?
Werkvergunning
PBM
Explosiemeter
Hou gevaar (en dus ook anderen) in de gaten --> gevaarlijk gedrag NIET toestaan!