4T Over taal 12 t/m 17

1 / 19
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

welkom 4G2!
Vandaag komt er het volgende langs:


- Boekenlijst voor mondeling 
- lessonup over taalschat, volgende week toets 
-nakijken taalschat tezamen
- maken 18 t/m 25

Slide 2 - Slide

opdracht 6
1.streekproducten: producten uit een bepaald gebied.
2.krentenwegge: krentenbrood
3.uitsluitend: alleen
4.kunstmatige: niet natuurlijk, door de mens gemaakt
5.seizoensgebonden: alleen voor een bepaald seizoen (bv asperges heb je niet in de winter.
6. huidige: van nu

Slide 3 - Slide

opdracht 6
7. nagenoeg: bijna
8. contente; tevreden
9. ijs en weder dienende: als het gunstig is, als het meewerkt

Slide 4 - Slide

opdracht 13
1 B
2B
3A
4B
5B

Slide 5 - Slide

Opdracht 15
1 rouw
2 bereidt
3 krap
4 eentje
5 steiger
6 stijl
7 leidt
8 bokser

Slide 6 - Slide

opdracht 16
1 maximaal: niet meer dan
2 voornaamste: belangrijkste
3: gemeenschappelijk: tezamen, met elkaar
4: volledige: helemaal uitgeschreven/ uitgebreide
5: kopje: titel
6: bestemd: bedoeld
7: gestelde: genoemde, hetgeen gezegd wordt.

Slide 7 - Slide

Wat is een homoniem:
A
slang
B
bank
C
net
D
vel

Slide 8 - Quiz

Wat is een synoniem
A
1 woord 2 betekenissen
B
2 woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
C
1 woord met verschillende betekenis.

Slide 9 - Quiz

Een homofoon
A
een woord dat hetzelfde klinkt maar anders geschreven wordt, bv wei en wij. de betekenis verschilt ook.
B
Een woord dat je hetzelfde schrijft, maar een andere betekenis heeft. bv rol.

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het woord 'contente'

Slide 11 - Open question

wat betekent het woord 'appreciëren'?

Slide 12 - Open question

Bedenk een synoniem voor het woord 'bestemd'.


Voor wie is de tekst bestemd.

Slide 13 - Open question

Iets stelen, dat zou ik echt nooit niet doen.
A
dit is een contaminatie
B
dit is een dubbele ontkenning

Slide 14 - Quiz

Nadal behoort tot een van de beste tennissers van de wereld.
A
dit is een contaminatie
B
dit is een dubbele ontkenning

Slide 15 - Quiz

Mijn tante explodeert/ exploreert een schoonheidssalon.
A
explodeert
B
exploreert

Slide 16 - Quiz

De docent vroeg aan het kind om de tekst hardop aan de klas voor te lezen.

Wat is er fout in deze zin? weet je ook hoe dat heet?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Voor nu:

Opdracht 18 t/m 25 maken(samen)


Slide 19 - Slide