Over taal: nakijken 6 - 12, uitleg homoniem, homofoon, synoniem en tegengestelden

- Nakijken 6 t/m 12 (Over taal)
- Herhalen homoniem, homofoon, synoniem en tegengestelden
- Hw: 15 t/m 19
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Nakijken 6 t/m 12 (Over taal)
- Herhalen homoniem, homofoon, synoniem en tegengestelden
- Hw: 15 t/m 19

Slide 1 - Slide

Lesdoelen SE6 (deel 3)
SE 6 (deel 3) taalschat en -beschouwing:
- Je kent diverse woorden met betekenis.
- Je kent de begrippen homoniem, homofoon, synoniem en tegengestelden.
- Je kunt taalfouten herkennen en verbeteren.
- Je weet hoe je het woordenboek gebruikt.

Slide 2 - Slide

Nakijken opdr. 6 (blz. 175)
  • 1 streekproducten =  producten uit een bepaalde streek / bepaald gebied
  • 2 krentenwegge = bepaald soort krentenbrood met veel krenten
  • 3 uitsluitend =  alleen maar
  • 4 kunstmatige =  niet-natuurlijk
  • 5 seizoensgebonden = gebonden aan / afhankelijk van het seizoen
  • 6 huidige = van nu
  • 7 nagenoeg =  bijna
  • 8 contente =  tevreden
  • 9 ijs en weder dienende =  als het weer meewerkt

Slide 3 - Slide

Nakijken opdr. 7 (blz. 176)
Bijvoorbeeld bij krentenwegge, uitsluitend, huidig, nagenoeg, ijs en weder dienende

Slide 4 - Slide

Nakijken opdr. 8 (blz. 176)
  • 1 gebuffeld = hard gewerkt. Trefwoord: buffelen.
  • 2 gekeuvel = gezellig gepraat. Trefwoord: keuvelen.
  • 3 onaangedaan = niet ontroerd. Trefwoord: aangedaan.
  • 4 verzwolg = slikte het gulzig in. Trefwoord: verzwelgen.
  • 5 pedanterik = verwaand persoon. Trefwoord: pedant.
  • 6 overreden = met argumenten overhalen. Trefwoord: overreden (= hele werkwoord).  

Slide 5 - Slide

Nakijken opdr. 9 (blz. 176)
  • 1 Eigen antwoord.
  • 2 Het woord ‘maar’ geeft een tegenstelling aan. Het moet dus iets zijn dat tegengesteld is aan ‘minder leuk vinden’. Appreciëren betekent dus: leuk vinden, waarderen, op prijs stellen. 

Slide 6 - Slide

Nakijken opdr. 10 (blz. 176)
Wereldsteden

Slide 7 - Slide

Nakijken opdr. 11 (blz. 177)
  • 1 wereldstad = reusachtig grote stad
  • 2 smeekbede = nederig verzoek
  • 3 eervol = eer opleverend, met veel eer
  • 4 stalen ros = fiets
  • 5 opbeurend = bemoedigend, blij makend

Slide 8 - Slide

Nakijken opdr. 12 (blz. 177)
  • 1 Hij is in een lastige positie terechtgekomen. (trefwoord: aap
  • 2 Hij is degene die profiteert van het meningsverschil van (twee) anderen. (trefwoord: lachen
  • 3 Hij stelt hoge eisen en heeft veel praatjes. (trefwoord: toren
  • 4 Hij komt als het eten op is. (trefwoord: hond
  • 5 Hij is snel beledigd. (trefwoord: teen

Slide 9 - Slide

Huiswerk

- Maken opdracht 13 t/m 19

Slide 10 - Slide