M4 3.2

1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wanneer was de Russische Revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1918

Slide 2 - Quiz

Sleep de onderdelen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie
Lenin neemt de macht
De tsaar wordt afgezet
Communisme wordt ingevoerd
Eigendom wordt afgenomen
het leger hielp de demonstranten
Februari revolutie
Oktoberrevolutie

Slide 3 - Drag question

Kies de juist volgorde
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin

Slide 4 - Quiz

Stalin organiseerde showprocessen. Welke reden had hij daarvoor?

A
Zo liet hij zien dat hij beter was dan zijn voorganger, die mensen zonder proces in strafkampen liet opsluiten.
B
Dankzij de showprocessen werd duidelijk dat de planeconomie goed werkte.
C
Dankzij de showprocessen leek het alsof er in de Sovjet-Unie een eerlijke rechtspraak was.
D
Door de showprocessen werd Stalin steeds populairder, ook bij zijn tegenstanders.

Slide 5 - Quiz

Wat bedoelen we met een 'Goelag'?
A
Dit is een ander woord voor de Grote Terreur van Stalin
B
Hiermee worden alle showprocessen bedoelt
C
Stalin zijn autobiografie
D
De gevangenissen en werkkampen in Siberië

Slide 6 - Quiz


Welk woord hoort NIET bij deze  afbeelding?
A
Indoctrinatie
B
Propaganda
C
Persoonsverheerlijking
D
Collectivisatie

Slide 7 - Quiz

Toen Stalin in de Sovjet-Unie aan de macht kwam, wilde hij van zijn land een moderne industriële staat maken.
Welke maatregelen nam Stalin om van de Sovjet-Unie een moderne industriële staat te maken?
A
collectivisatie van de landbouw en invoering van een vijfjarenplan
B
invoering van een vijfjarenplan en opbouw van een verzorgingsstaat
C
opbouw van een verzorgingsstaat en werkverschaffingsprojecten
D
werkverschaffingsprojecten en collectivisatie van de landbouw

Slide 8 - Quiz

Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Welke totalitaire samenlevingen ontstonden in het Interbellum? 
Waardoor wilden mensen een sterke leider voor hun land? 

Slide 11 - Slide

De Eerste Wereldoorlog eindigde met het Verdrag van Versailles
  • Duitsland kreeg als enige de schuld van de oorlog.
  • Duitsland moest herstelbetalingen doen.
  • Duitsland moest afstand doen van zijn koloniën.
  • Duitsland mocht alleen nog een staand leger hebben (ca 100.000 man)
  • Duitsland verloor 12% van zijn grondgebied aan o.a. Tsjechie, Polen, Frankrijk.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Adolf Hitler is geboren in Oostenrijk.
Op zijn 16e wordt hij van school gestuurd. 
De Eerste Wereldoorlog breekt uit. Hitler meldt zich voor het leger.
Hitler gaat bij een politieke partij. Hij wil winnen van de regering. Dit mislukt, hij wordt opgepakt. 
Als Hitler vrij komt gaat hij opnieuw de politiek in. Er komt een economische cirsis.

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Fascisme in Italie
Communisme
Nationaal Socialisme
Politieke stroming die een autoritaire, nationalistische, totalitaire staatsvorm aanhangt en de democratie verwerpt.
Politiek streven naar meer land of naar meer macht en erkenning. Een sterke leider. Sterk naionalistisch. Totalitaire staatsvorm. Anti democratisch,  
antisemitisch, racistisch
Politiek systeem waarbij alles van iedereen is; een samenleving zonder klasses met een leider van het volk. De productie- en consumptiemiddelen zijn gemeenschappelijk eigendom van de staat en dus van de arbeiders.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide