This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welk weefsel is spierweefsel?
A
R
B
S
C
T
Slide 3 - Quiz
Dwarsgestreept spierweefsel is
A
Autonoom
B
Niet autonoom
Slide 4 - Quiz
Welk spierweefsel zie je hier?
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartweefsel
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Zet de volgende onderdelen van de opbouw van de spier in de juiste volgorde: Spiervezel - Myofibril - Spiervezelbundel - Sarcomeer - Spier- Actine/Myosine
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Welke spieren zijn elkaars antagonisten?
A
De achterste dijspier en de voorste scheenbeenspier in het been
B
De armstrekspier en de rugspier.
C
De kuitspier en de voorste dijspier in het been.
D
De voorste dijspier en de achterste dijspier in het been.
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Welk van deze vormen van doping heeft het grootste effect op de prestatie van een marathonloper?