This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
¿Qué vamos a hacer hoy?
Repaso: Clave E - 5 min
Quizlet - 15 min
J. Gramática - 15 min
Pauza - 5 min
F. Escuchar - 15 min
H. Los números - 15 min
Over 2 weken S.O
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
heb ik de frases clave herhaalt
heb ik de persoonlijke voornaamwoorden herhaald
ken ik de vorm van het ww Ser
heb ik kunnen luisteren en begrijpen
heb ik nieuwe woordenschat geleerd
Slide 3 - Slide
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Hoy es ___________
Mañana es _____________
Slide 4 - Slide
¿Dónde está?
¿Es un pueblo?
¿Qué tal?
¿Dónde vives?
Waar ligt dat?
Is het een dorp?
Hoe gaat het?
waar woon je?
Slide 5 - Drag question
Beantwoord deze vraag in een zin:
¿Dónde vives?
Slide 6 - Open question
QUIZLET
Oefen de voca via quizlet
Link staat onder huiswerk in magister
Geen verbinding
Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden
Geen Laptop/baterij
Je schrijft de woordjes over in je schrift
timer
10:00
Slide 7 - Slide
Los pronombres personales
Slide 8 - Slide
Wat zijn de enkelvoud persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans
A
Yo, tú, él
B
Yo, tú, él, ella, usted
C
Yo, tú, él, ella, nosotros, usted
D
Yo, tú, ella, usted
Slide 9 - Quiz
Welke voornaamwoord gebruik je bij:
Juan y yo?
Slide 10 - Open question
Repaso: Weet jij de pronombres personales nog in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. Doe daarna hetzelfde met de rode kaartjes.
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
u
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González
Slide 11 - Drag question
Laptop in je tas
Tekstboek pág 16
pak je schrift voor aantekeningen
Werkboek pág 22
Slide 12 - Slide
D. Het werkwoord SER
TB pág 16
Wat betekent ser ?
Hoe vervoeg je ser ?
Wanneer/hoe kun je ser gebruiken?
Slide 13 - Slide
Ser
Ser = zijn (onreglmatige werkwoord) tegenwoordigetijd
ik ben
Jij bent
hij/zij/ het is/ u bent
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Soy
Eres
Es
Somos
Sois
Son
In het Sp hoef je niet de persoonlijke voornaamwoord te schrijven/ zeggen
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Werkboek (WB) pág 22 + 23
Samen: ejercicio 23B
Luister naar de zinnen en onderstreep de juiste vorm van ser
klaar?
Maak ejercicio 24 t/m 26
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Korte pauze
Una pauza
timer
5:00
Slide 18 - Slide
14B - 14C (1.40)
timer
10:00
Tekstboek pág 14
werkboek pág 16
Slide 19 - Slide
19A (1.10)
19B (0.52)
BLZ. 73 TB
Slide 20 - Slide
19C (1.16)
BLZ. 73 TB
Slide 21 - Slide
18 A + B - Juntos
18A+18B (1.16)
Klaar?
ej 19 e pág 20
ej 15 pág 17
ej 18 c pág 18
Mi color favorito es el......
Slide 22 - Slide
In je WB
ej 19 e pág 20
ej 15 pág 17
ej 18 c pág 18
klaar?
Neem door de woordjes
timer
10:00
Slide 23 - Slide
Evaluatie les, Schrijf dit puntsgewijs op, zelfde manier als hoe de vraag staat.
1. Noem één ding dat je makkelijk vond in deze les 2. Noem één ding dat je moeilijk vond. 3. Noem één ding dat je leuk/ interessant vond 4. Welk woord heb je geleerd?