week 42

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer?
  • estudiar unos minutos
  • SO
  • curiosidad 
  • Los pronombres personales
  • verbo ser
Semana 42
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer?
  • estudiar unos minutos
  • SO
  • curiosidad 
  • Los pronombres personales
  • verbo ser
Semana 42

Slide 1 - Slide

Los deberes
L: woordenlijst landen en nationaliteiten
persoonlijke voornaamwoorden 
werkwoord ser
M: LE  1.21, 1.22, 1.23
Werkblad OPDR 1 TM 3

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Ik weet wat persoonlijke voornaamwoorden zijn en ik ken ze in het Spaans.
  • Ik ken het werkwoord ser.
  • ik weet iets meer over de Spaanstalige wereld.
Leerdoelen

Slide 3 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 4 - Slide

Leerdoel: persoonlijke voornaamwoorden
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
ik
jij
hij, zij, u
wij
jullie
zij, u
De persoonlijke voornaamwoorden
ZORG ERVOOR DAT JE DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN IN HET SPAANS KENT!!!!!

Slide 5 - Slide

Persoonlijke vnw.
Soms staat het persoonlijk vnw. er niet
zoals je gewend bent maar staat er... 
Leerdoel: persoonlijke voornaamwoorden
Een naam = él, ella
Een naam + yo = nosotros
Een naam + tú = vosotros
Een naam + een naam = ellos
LA p. 23

Slide 6 - Slide

Sleep de Spaanse vertaling naar het bijpassende Nederlandse persoonlijke vnw.
ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij (mv)
u (mv)
vosotros
él
ustedes
yo
ellos
nosotros
ella
usted

Slide 7 - Drag question

Weet jij de pronombres personales in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. Doe daarna hetzelfde met de rode kaartjes.
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 8 - Drag question

Pronombres personales


Slide 9 - Slide

Leerdoel: het werkwoord SER
Er zijn onregelmatige werkwoorden. Je moet deze uit je hoofd leren
Een voorbeeld is SER ( zijn), tener (hebben)

Slide 10 - Slide

Ser
                  Ser = zijn



ik ben
Jij bent
hij/zij/ het is/ u bent
Wij zijn
Jullie zijn
Zij zijn
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Soy
Eres
Es
Somos
Sois
Son
LA p. 23

Slide 11 - Slide

Ser Zijn | Ser de Komen uit
onderwerp
vorm
yo
soy
eres
él, ella, usted
es
nosotros
somos
vosotros
sois
ellos, ellas, ustedes
son

Slide 12 - Slide

Ser
- Ser = zijn: kenmerken, beroepen, identiteit, nationaliteit...
- Ser de = komen uit

Soy Maribel
Soy profesora
Soy española
Soy de España

Slide 13 - Slide

SER = ZIJN
Vormen enkelvoud
SOY
ERES
ES
ÉL
YO

Slide 14 - Drag question

SER = ZIJN
Vormen meervoud
SOMOS
SOIS
SON
ELLOS
VOSOTROS
NOSOTROS

Slide 15 - Drag question

Ser: Zijn
Ser: Zijn
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
soy
 eres
 es
 somos
sois
son

Slide 16 - Drag question

Ser o ser de ????
Soy
es de
es
son de
somos
Yo ....... española
Sandra ..... España
Mi asignatura ... español 
Los chicos .... Nicaragua.
Nosotros .........estudiantes

Slide 17 - Drag question

¡Hola! yo __________(ser) Francis. 
Él ___________ (ser) español. 
Ellos  _______________(ser) amigos. 
¿De dónde ___________ (ser) tú?
Nosotros _____ (ser) de Barcelona.
soy
es
son
eres
somos

Slide 18 - Drag question

Ser, tener & llamarse 

Slide 19 - Slide

Cuadernillo pronombres personales



OPDR 1- 3

Slide 20 - Slide

Dominó pronombres personales


Slide 21 - Slide