Was? Je loopt door de klas. Bij belletje stel je een vraag (in het Duits) en geef je antwoord (in het Duits) op een vraag aan een leerling die het dichtst bij jou staat.
Wie? door de klas lopen/Vragen staan op bord/zelf vertalen/kies elke ronde een andere vraag
Wie oft? 7 X
Ergebnis (resultaat): je kunt vloeiend vragen en antwoord geven voor de klas
Slide 21 - Slide
Aber zuerst: 2 Minuten studieren
1. Wie ben je? 5. Waar kom je vandaan?
2. Hoe heet je? 6. Wat is je adres?
3. Hoe oud ben je? 7. Wat is je telefoonnummer?
4. Waar woon je?
Hilfsmittel: die Sprachmittel
timer
2:00
Slide 22 - Slide
Buchstabieren
Was? Wähle ein Wort aus der Lernliste
Buchstabiere (spel) das Wort. Deine Nachbarin/Dein Nachbar notiert die Buchstaben (letters) und sagt das Wort.
Hilfsmittel: Lernliste
Wie? zu zweit/wechselt die Rollen
timer
4:00
Slide 23 - Slide
Ziel erreicht? (doel bereikt)
Einige Schüler stellen Fragen, andere antworten
Slide 24 - Slide
die Hausaufgaben
Gemacht:
Oefentoets Kapitel 1 (online)
Gelernt:
slim stampen N-D und D-N
Grammatik: de persoonlijek voornaamwoorden en het werkwoord 'sein'