strategie voor opdracht 30 E
1 wat is het zelfstandig naamwoord? zin 1: vacances
2 is het zelfstandig naamwoord meervoud?
zin 1 : ja
3 is het zelfstandig naamwoord enkelvoud?
zin 1 : niet van belang
4 als het woord enkelvoudig is, is het mannelijk of vrouwelijk?
zin 1: niet van belang
5 is het woord mannelijk en begint het met een klinker?
zin 1: niet van belang
6 ik zoek het bezittelijk voornaamwoord dat erbij hoort (mijn, jouw...)
zin 1: jouw (keuze uit ton, ta, tes)
7 ik schrijf (of kies) de vertaling in het Frans.
zin 1: meervoud dus => tes