Het bezittelijk voornaamwoord
Stappenplan:
1. Kijk of het woord mannelijk of vrouwelijk is.
2. Zoek welke vorm van het bezittelijk voornaamwoord erbij hoort.
3. Zet de goede vorm voor het woord.
Voorbeeld:
1. La mère = vrouwelijk
2. Jouw moeder, dus welke vorm? --> vrouwelijk ev
3. Ta mère.