6-7 Schakelingen in automatisering (6.4)

Schakelingen in automatisering 
(blz 257)




Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- iPad

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons mag je gebruiken voor lessonup
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Schakelingen in automatisering 
(blz 257)




Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- iPad

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Tassen in
de tassenkast
Telefoons mag je gebruiken voor lessonup

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Leg uit hoe schakelingen in automatisering werken.
  • Ken en gebruik de symbolen van de verschillende schakelonderdelen in een systeem.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld van een systeem
Een inbraakalarm is een voorbeeld van een systeem, omdat het een ontwerp met een taak is.
Sytemen hebben 3 delen:
- Input
- Verwerking
- Output

Slide 3 - Slide

Spanning
Tussen de drie blokken worden signalen doorgegeven als kleine elektrische spanningen.

Als de spanning 0V is dan is het een lage signaal of 0
Bij een maximale spanning is het signaal hoog of 1

Slide 4 - Slide

Componenten
Elk van de drie onderdelen heten componenten.
Invoer: Sensor
Verwerking: Verwerkers
Uitvoer: Actuatoren

Slide 5 - Slide

Voorbeeld
Invoer: bv. temperatuur, licht, druk, warmte of bewegingsmeter
Verwerk: Ingebouwde instructie, bv. spanning van 2,3V is een hoog signaal
Actuator: Signaal 1 - actie, bv. 
                        laat lamp branden
                     Signaal 0 - niks

Slide 6 - Slide

Stuur en meet systemen
Stuursysteem: Apparaten worden aangestuurd, bv. lichten en
                                    zoemers bij een autoalarm.
Meetsysteem: Een systeem waarop een getal zichtbaar is, bv. 
                                een digitale thermometer of een 
                                snelheidsmeter in een auto.

Slide 7 - Slide

Voorbeeld 7

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Comparator
Vergelijkt de spanning van een sensor met een vooraf ingestelde spanning.

Slide 10 - Slide

Verwerking:
Een buitenlamp heeft twee comporators
1 - Onderzoeken of het donker is
2 - Om te onderzoeken of er beweging is
Beiden moeten een signaal 1 hebben voor de lamp om aan te gaan. 
Hiervoor heb je een EN-poort nodig. Alleen met een 1 op beide ingangen komt er een 1 op de uitgang

Slide 11 - Slide

Invertor
Het signaal neemt af als het donker is, dus dan gaat het signaal van 1 naar 0, maar we willen natuurlijk van 0 naar 1. Hiervoor gebruiken we een invertor.

Slide 12 - Slide

Relais als uitvoer
Een hoog signaal moet de buitenlamp aanzetten, maar de spanning en stroom is daar te laag voor.
Een relais lost dat probleem op.
Stroom met een hoog signaal (1) loopt door een elektromagneet en sluit dan een andere stroomkring.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Regelsysteem
Zorgt ervoor dat een bepaalde grootheid op een constante waarde word gehouden, bv. een thermostaat van de centrale verwarming.
Deze heeft altijd een terugkoppeling.

Slide 16 - Slide

Regelsysteem

Slide 17 - Slide

Opgaven
39 t/m 47 (blz. 263)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide