De grote opvoedingsquiz

De grote (her)opvoedingsquiz
Wat Lubbers graag weer had ingevoerd:)
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De grote (her)opvoedingsquiz
Wat Lubbers graag weer had ingevoerd:)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het opvoedingsdoel?

A
Het geven van complimenten, straffen of een goed gesprek
B
Als opvoeder nadenken waarom je dingen doet of wilt.
C
Het kind accepteert de opvoeder als gezagsfiguur
D
Het doel van opvoeden is volwassen worden en je zo gedragen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Opvoedingsstijlen 
Autoritaire opvoedingsstijl: De ouders zijn streng en controleren veel. 

Autoritatieve of democratische opvoedingsstijl: De ouders stellen regels, maar hebben ook oog voor de wensen en behoeften van het kind. 

Permissieve opvoedingsstijl: Het kind is de baas en er worden weinig regels gesteld (toegeeflijk)

Laissez-faire: Hier is eigenlijk geen sprake van opvoeden, ouders bieden geen regels, veiligheid of betrokkenheid aan het kind (verwaarlozend)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Deze opvoedingsstijl kost de meeste energie.
A
Autoritatief
B
Autoritair
C
Laisser-faire
D
Permissief

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Tot welke opvoedingsstijl behoort de islamitische opvoedingstijl volgens de cartoonist?
A
Autoritair
B
Laissez-faire
C
Permissief
D
Autoritatief

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Genderbewust opvoeden wil zeggen een jongen opvoeden als jongen, een meisje opvoeden als meisje.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent Pedagogiek
A
Opvoedkunde
B
Leren
C
Kinderen
D
Onderwijs

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wie speelde in de middeleeuwen (500-1500) een belangrijke rol in de opvang en opvoeding van kinderen?
A
De kerk
B
De gemeente
C
De familie
D
De overheid

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke wetenschapper houdt zich bezig met opvoeding?
A
De socioloog
B
De filosoof
C
De psycholoog
D
De pedagoog

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is volksopvoeding?
A
zorgt ervoor dat iedereen zich gedroeg volgens de geldende normen en waarden.
B
het hele volk bemoeide zich met de opvoeding van kinderen.
C
de opvoeding van een bepaald volk.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vanaf 1800 speelde 'volksopvoeding' een grote rol. Wat is dat?
A
Opvoeding kinderen met achterstand
B
Alle kinderen naar dezelfde school
C
Je gedragen volgens geldende normen
D
Nieuwe scholen in volkswijken

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor krijg je denk jij autisme?
A
Vaccinaties
B
Je opvoeding
C
Je genen
D
Je gedrag

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel procent van de opvoeders maakt zich zorgen om hun kind en/of de opvoeding daarvan?
A
10 %
B
5,5 %
C
25 %
D
16,5 %

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Is gedrag bepaald in de genen of door opvoeding?
A
Genen
B
Opvoeding
C
Beide

Slide 14 - Quiz

Indien het antwoord nee is dan blijf je verplicht voor het planning half uurtje
Een kind opvoeden van 0 tot 18 jaar kost een gemiddeld gezin op dit moment
A
60.000 euro
B
150.000 euro
C
23.000 euro
D
240.00 euro

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wie was de oprichter van de maatschappij van weldadigheid?
A
Baltasar Gerard
B
Majoor Boshard
C
Mata Hari
D
Generaal Johannes van den Bosch

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De Maatschappij van Weldadigheid stichtte 3 koloniën. Welke?
A
Frederiksoord, Mariaoord en Wilbertoord
B
Feijenoord, Mariaoord en Frederiksoord
C
Frederiksoord, Mariaoord en Vakantieoord
D
Willemsoord, Wilhelminaoord en Frederiksoord

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een pauper?
A
Een aanhanger van de paus
B
Een arme sloeber
C
Een bezitloze
D
Grootgrondbezitter

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat was het doel van de maatschappij van weldadigheid?
A
De landbouwproductie op een hoger niveau brengen
B
Afzonderen van gepeupel en criminelen
C
Een praktisch onderwijssysteem opzetten
D
Een einde maken aan de armoede

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De koloniën van weldadigheid staan op de lijst van:
A
Unesco
B
Beschermd erfgoed Nederland
C
Natuurmonumenten
D
Beschermde stadsgezichten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Naast de 3 vrije kolonieen waren er ook 2 onvrije (straf)koloniën.
A
Veenhuizen en Klazienaveen
B
Ommerschans en Veenhuizen
C
Ommerschans en Meppel
D
Veenhuizen en Jachthuizen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel Nederlanders hebben voorouders in de koloniën?
A
1 op de 100
B
1 op de 1000
C
1 op de 16
D
1 op de 3

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions