Week 3

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

WAW

Een veilig pedagogisch klimaat

Hoofdstuk 8: Opvoeden: vaardigheden en stijlen 

periode 2

Week 1	Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 2	Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 3	Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 4	Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 5	Interactievaardigheden
Week 6	Interactievaardigheden
Week 7	Interactievaardigheden
Week 8	Presentaties Interactievaardigheden

Leerdoel 

• De student heeft kennis van begrippen en theorieën rond opvoeden.
  
• De student heeft kennis van opvoedingsvaardigheden en opvoedingsstijlen. 
• De student heeft inzicht in eigen opvoeding en opvoedingsstijl.
  

Hoofdstuk 8: Opvoeden: vaardigheden en stijlen -
paragraaf 8.3 Wat is opvoeden en 8.4 Opvoedingsvaardigheden.

Opvoeden

Opvoeden 

Opvoeden is het bewust of onbewust beïnvloeden van de
ontwikkeling van een kind. 

Factoren die de opvoeding beïnvloeden: 

• De eigen persoonlijkheid van de ouders/opvoeders;
  De ouders/verzorgers kunnen hun persoonlijke eigenschappen bewust inzetten in de opvoeding. 

Factoren die de opvoeding beïnvloeden 

• De eigen wensen, ideeën en idealen van de ouders/opvoeders;
  
  Het ontwikkelen tot een sociaal mens of het ontdekken en ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid. 

Factoren die de opvoeding beïnvloeden 

• De eigen opvoeding van de ouders/opvoeders;
  Onbewust wordt het opvoedgedrag van hun ouders gekopieerd en overgenomen. 

Bespreek samen de volgende opdracht

• Welke normen en waarden hebben jullie meegekregen vanuit
   jullie eigen opvoeding? 
• Wat vond je prettig en minder prettig? 

Algemene opvoedingsvaardigheden

1). Structureren 

Regels

Routines

Rituelen

2). Sturen 

3). Steunen 

4). Stimuleren

5). Communiceren 

Opvoedspel

Afsluiting van de les 

• Wat was nieuw voor je?
  
• Wat is het meeste blijven hangen?
  
• Wat neem je mee naar je stage?

WAW

Een veilig pedagogisch klimaat

Hoofdstuk 8: Opvoeden: vaardigheden en stijlen 

periode 2

Week 1	Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 2	Pedagogische vaardigheden voor kindgericht werken
Week 3	Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 4	Opvoeden: vaardigheden en stijlen
Week 5	Interactievaardigheden
Week 6	Interactievaardigheden
Week 7	Interactievaardigheden
Week 8	Presentaties Interactievaardigheden

Leerdoelen 

De student heeft kennis van opvoedingsstijlen.

De student heeft inzicht in eigen opvoeding en opvoedingsstijl.

Hoofdstuk 8: Opvoeden: vaardigheden en stijlen -

paragraaf 8.5 opvoedstijlen. 

Terugkoppeling voorgaande les

Welke algemene opvoedingsvaardigheden kan je nog benoemen uit de voorgaande les? 

Opvoedstijlen 

Ouders/opvoeders kunnen de opvoedingsvaardigheden op diverse
manieren inzetten. 

• Autoritaire opvoedingsstijl 
• Autoritatieve of democratische opvoedingsstijl 
• Permissieve of laissez-faire opvoedingsstijl 
• Verwaarlozende opvoedingsstijl 

Autoritaire opvoedingsstijl 

• Streng en controlerend voor het kind
• Verwachten gehoorzaamheid
• Straffen en verbieden
• Verwachten dat het kind zich aanpast aan hun wensen en ideeën
• Geven liefde en genegenheid als het kind goed luisterd. 

Autoritatieve of democratische opvoedingsstijl

• Richten zich op de behoeften en interesses van het kind
• Onderhandelen en praten met hun kind over problemen en misstappen
• Leggen de nadruk op zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van het kind
• Tonen liefde en genegenheid

Permissieve of laissez-faire opvoedingsstijl 

• Bieden weinig regels en grenzen
• Hebben weinig controle en laten hun kind er vrij
• Zijn warm en betrokken of juist koel en afstandelijk
• Geven liefde en genegenheid

Verwaarlozende opvoedingsstijl 

• Hebben niet of nauwelijks een band met hun kind
• Voeden eigenlijk niet op 
• Houden weinig tot geen rekening met de behoeften en interesses van hun kind

Welke opvoedingsstijl herken je in het volgende filmpje?

https://npo.nl/start/serie/oogappels

Aflevering 6: 39:00-40:00

Poster van jouw opvoedstijl

De poster moet het volgende bevatten:

• Welke opvoedstijl heb je gekozen?
• Waarom past deze opvoedstijl het beste bij jou?
• Welke opvoedvaardigheden passen bij deze opvoedstijl? (min. 3)
• Geef een voorbeeld vanuit je stage hoe je deze opvoedstijl hebt toegepast.

Afsluiting van de les 

• Wat was nieuw voor je?
  
• Wat is het meeste blijven hangen?
  
• Wat neem je mee naar je stage?

Lees alvast voor volgende week; Hoofdstuk 8 -
paragraaf 8.6 Pedagogische visies