All -Application People -Presentation Seem -Session To -Transport Need -Network Data -Datalink Processing -Physical
Slide 3 - Slide
Tot nu toe
Physical
Datalink
Network
Transport
Slide 4 - Slide
Session layer
Presentation layer
Application layer
Slide 5 - Slide
Session Layer
Als twee apparaten, bijvoorbeeld computers of servers, met elkaar moeten praten, is er een sessie nodig en dat wordt in deze laag afgehandeld. Functies hiervan zijn onder meer het starten en beëindigen van de applicatie aan elke kant van de sessie en de coördinatie er tussen - hoe lang moet een systeem bijvoorbeeld wachten op een reactie.
Slide 6 - Slide
Presentation Layer
De presentatielaag gaat om het weergeven van data die losstaat van de applicatielaag. Met andere woorden, hier wordt de data 'gepresenteerd' aan de applicatie of andersom van het programma naar het netwerk toe. Een voorbeeld is versleuteling en decryptie van gegevens voor beveiligde communicatie.
Slide 7 - Slide
Application Layer
Dit is de top van het model en het punt van het systeem dat het dichtste bij de gebruiker zit. Het gaat hier om de programma's waar de gebruiker direct mee te maken heeft voor de communicatie met computersystemen. Een browser is het simpelste voorbeeld, maar ook programma's als Word en Outlook zijn voorbeelden.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Communicatie
Slide 10 - Slide
NIC
De NIC zorgt voor het zenden en lezen van berichten op het medium dat gebruikt wordt als netwerkverbinding. Deze berichten bestaan uit 0-en en 1-en.
Een deel hiervan is het adres van de ontvangende computer, een deel is het adres van de versturende computer. De overige getallen vormen het bericht dat verstuurd wordt.
Slide 11 - Slide
MAC
De adressen van de versturende en ontvangende computers zijn de MAC adressen van de NICs. Deze MAC adressen worden door de fabrikanten in de NICs gestopt en zijn (normaal gesproken) niet aan te passen.
Slide 12 - Slide
Tik in je commandprompt: getmac
Slide 13 - Slide
Tik in je commandprompt: ipconfig
Slide 14 - Slide
IP adressen
Behalve een MAC adres heb je ook nog een ander soort adres, namelijk een IP adres. Elke computer in een netwerk heeft een IP adres. Dit adres wordt gebruikt om computers te kunnen vinden die op andere netwerken zitten dan de computer zelf. Maar het biedt ook een flexibiliteit voor het netwerk die niet mogelijk is met een MAC adres.
Slide 15 - Slide
Bedenk bijvoorbeeld hoe je moet zorgen dat een nieuwe computer, die de oude webserver vervangt, gevonden gaat worden. Beide machines hebben immers verschillende (niet veranderbare) MAC adressen. Het IP adres kan wel aangepast worden. De nieuwe computer kan dus hetzelfde IP adres krijgen als de oude.
Slide 16 - Slide
Het was de bedoeling dat elk IP-adres uniek is, maar er zijn te weinig IP-adressen om dit voor elkaar te krijgen
● Een oplossing is computers in een LAN eigen IP adressen te geven, die niet bekend zijn buiten het netwerk. Op deze manier kunnen een hoop computers dezelfde IP adressen dragen. Standaard wordt hier de range 192.168.*.* voor gebruikt. De schakel die een netwerk verbindt met andere netwerken (zoals het internet) moet wel een uniek IP adres hebben en krijgt deze toegewezen door de Internet Service Provider (ISP) zoals Ziggo, KPN en XS4ALL. ● Een andere oplossing is de introductie van een nieuw IP adressen systeem, IPv6 dat het huidige systeem IPv4 moet gaan vervangen.