H3, par 2 Made in Germany

Par 2 Made in Germany
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par 2 Made in Germany

Slide 1 - Slide

Lezen
Lezen blz 58 en 59, alle stukjes tekst. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je weet wat hightech-industrie is.
- Je kunt uitleggen waarom Duitse auto’s gewild zijn in de rest van de wereld.
- Je weet wat invoer en uitvoer is.
- Je kunt uitleggen waarom de Duitse auto-industrie zorgt voor veel werkgelegenheid.
- Je weet wat een multinational is.
- Je kunt uitleggen waarom een autofabriek en bijbehorende bedrijven dicht bij elkaar in de buurt zitten.
- Je kunt minimaal twee voorbeelden noemen van andere producten die de Duitse industrie maakt.
- Je weet dat we werk ook wel een bestaansmiddel noemen.
- Je weet dat we al het werk verdelen in drie sectoren.
- Je kent de drie sectoren en kunt per sector een beroep noemen.
- Je weet wat het Ruhr-gebied is en waarom juist daar industrie is gevestigd.
- Je weet dat Duitsland tijdens de Koude Oorlog was opgedeeld in de BRD en DDR.
- Je kunt uitleggen waarom er veel werkloosheid is in Oost-Duitsland en het Ruhr-gebied.
- Je weet waar in Duitsland de werkloosheid laag is en waarom.

Slide 3 - Slide

1989
Berlijn werd in 1989 weer 1 stad.
Inrichting niemandsland:
- central business district (cbd), veel hoogbouw, kantoren, winkels, horeca, appartementen, regeringsgebouwen.
Opknappen slecht onderhouden oude woonwijken (stedelijke vernieuwing).


Slide 4 - Slide

Bevolkingsgroei rond Berlijn
Sinds het verdwijnen van de Muur: suburbanisatie: mensen kochten buiten de stad een huis met een tuin.

Bevolking Berlijn groeit ook:
- vestigingsoverschot: meer vestigers dan vertrekkers (Berlijn is cool).
- geboorteoverschot: meer geboorten dan sterfgevallen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Uit welke twee delen bestond Duitsland tijdens de koude oorlog?
A
DDR & BRD
B
BBR & DRB
C
BDR & RDB
D
RDB & BBD

Slide 7 - Quiz

Wanneer is er sprake van natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Als er meer geboortes zijn dan sterfte in een land
B
Als er meer sterfte is dan geboorte in een land
C
Als er meer mensen komen wonen, dan er vertrekken
D
Als er meer mensen vertrekken dan er komen wonen

Slide 8 - Quiz

Een vestigingsoverschot betekent
A
dat er meer mensen komen wonen dan er weggaan
B
dat er meer mensen komen wonen dan er worden geboren
C
dat er meer bedrijven komen
D
dat er meer kinderen geboren worden dan dat er mensen doodgaan

Slide 9 - Quiz

In Berlijn zijn relatief weinig historische gebouwen, hoe komt dat?
A
Zijn gesloopt voor nieuwbouw
B
Zijn verwoest tijdens de oorlog
C
Berlijners houden niet van geschiedenis
D
Moesten plaats maken voor de Muur

Slide 10 - Quiz

Wat vind je veelal in het cbd?
A
Zwembaden
B
Kantoren
C
Sportscholen
D
Universiteiten

Slide 11 - Quiz

Stedelijke vernieuwing is vooral nodig in welk deel van Berlijn?
A
Oost
B
West

Slide 12 - Quiz

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 13 - Slide

Bestaansmiddelen
Alle soorten werken noemen we bestaansmiddelen.
Deze kunnen we onderverdelen in drie sectoren. 
1. Landbouw, visserij en mijnbouw.
2. Industrie.
3. Dienstensector.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Industrie
De tweede sector. In de industrie wordt er van de grondstoffen uit de eerste sector een product gemaakt. Je hebt lichte en zware industrie. Zware industrie zit vaak bij een zeehaven of een gebied waar veel steenkool of ijzererts in de grond zit. Zo ontstonden steden in het Duitse Ruhr-gebied.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Duitse producten
Duitsland heeft een grote industrie waar veel mensen werken. Er worden in Duitsland veel auto's gebouwd, machines en andere technische producten. 

Slide 18 - Slide

Auto-industrie
De Duitse auto-industrie is een voorbeeld van moderne industrie in Duitsland.
Het is een echte hightechindustrie: veel onderzoek, nieuwste technieken, hooggeschoolde vakmensen.
Veel export, made in Germany, uitstekende kwaliteit


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Verschillen
De bloeiende bedrijven zijn niet gelijk over Duitsland verspreid, verschillen in werkloosheid.
Oost-Duitsland: hoge werkloosheid, door deling van Duitsland in twee staten
West-Duitse bedrijven beter ontwikkeld
Na samenvoeging Oost-Duitse bedrijven failliet.
maatregelen: nieuwe infrastuctuur en moderne bedrijven.

Slide 21 - Slide

Verschillen
Ruhrgebied en Saarland: hoge werkloosheid
door verdwijnen van werk in mijnbouw en zware industrie
 (kolen en staal uit buitenland werden goedkoper)
  maatregelen: nieuwe bedrijven in de dienstensector
Zuid-Duitsland: lage werkloosheid, veel hightechindustrie (autofabrieken)

Slide 22 - Slide

Diensten
De derde sector is de dienstensector. Mensen in deze sector verlenen diensten aan anderen. In Frankfurt zitten kantoren van de belangrijkste banken ter wereld. 
Groot CBD. 

Slide 23 - Slide

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 24 - Slide

Wat is een hightechindustrie?
A
Een plek van waaruit auto onderdelen worden verspreid
B
Een bedrijventerrein
C
Industrie waarvoor hoogstaande technische kennis nodig is
D
Industrie waar alleen maar robots in werken

Slide 25 - Quiz

"Made in Germany" (gemaakt in Duitsland) staat voor
A
Productie voor de eigen markt
B
Goedkope producten
C
Goede kwaliteit
D
Lowtech

Slide 26 - Quiz

Bedrijven vestigen zich bij elkaar, omdat....
A
voor de gezelligheid
B
ze elkaar in de gaten kunnen houden
C
de overheid dat bepaalt heeft
D
Ze gebruik kunnen maken van elkaars kennis en lagere transportkosten

Slide 27 - Quiz

Waarom is er veel werkloosheid in de oude industrie gebieden
A
Nieuwe technieken zorgen voor minder werk in deze gebieden
B
Veel grondstoffen worden uit het buitenland gehaald en veel werk is verdwenen naar het buitenland
C
Veel mensen gaan van deze gebieden naar de stad
D
Iedereen wil werken in de eerste sector

Slide 28 - Quiz

West-Duitsland was meer ontwikkeld dan Oost-Duitsland nadat Duitsland weer één Duitsland werd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

En nu?
Maak de vragen van paragraaf 2.
Bekijk de filmpjes over dit onderwerp. 

Slide 30 - Slide