4.2 deel 2

4.2 deel 2
timer
1:00
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4.2 deel 2
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik op vorige les
Paragraaf 2 afmaken
Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Slide

Waar hebben we het tot nu toe over gehad in dit hoofdstuk?

Slide 3 - Mind map

Maak de zin compleet:
Oost Duitsland en oost Berlijn werden bezet door de ..1.., hier heerste het ..2.. en ..3..
A
1. Amerikanen 2. Communisme 3. Kwamen veel mensen bij
B
1. Sovjet Unie 2. Kapitalisme 3. Kwamen veel mensen bij
C
1. Britten 2. Kapitalisme 3. Gingen veel mensen weg
D
1. Sovjet Unie 2. Communisme 3. Gingen veel mensen weg

Slide 4 - Quiz

Welke twee hightechindustrieen dragen veel bij aan het hoge bnp van Duitsland?

Slide 5 - Open question

Meer diensten
Behalve de industrie ontwikkelde zich in Duitsland ook de dienstensector.
Er zijn 4 soorten sectoren:
  1. Primaire sector (landbouw, mijnbouw en visserij)
  2. Secundaire sector (industrie)
  3. Tertiaire sector (commerciële dienstverlening zoals advocaten en winkels)
  4. Quartaire sector (niet-commerciële dienstverlening zoals scholen en brandweer)


1
2
3
4

Slide 6 - Slide

Meer diensten
Duitse bevolking raakte hoger opgeleid --> dienstverlening werd hoogwaardiger --> ontstaan grote advocatenkantoren, designbureaus, banken en andere financiële instellingen --> werden zo groot dat het multinationale ondernemingen(multinationals) werden.

Slide 7 - Slide

Regionale verschillen
  • Door verdeling Oost en West grote regionale verschillen.
  • De industrie in het oosten was erg verouderd. Veel bedrijven gingen failliet en er was veel werkloosheid.
  • Oplossing: investeren in infrastructuur (=Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen en informatie te vervoeren.)
  • Er kwamen nieuwe bedrijven in het oosten en werkloosheid daalde.

Slide 8 - Slide

Regionale verschillen
  • In het Westen was ook hoge werkloosheid. 
  • In het Ruhrgebied en Saarland was veel mijnbouw en zware industrie. 
  • Na 1960 was steenkool halen uit andere landen goedkoper -> mijnen sluiten -> werkloosheid stijgt.
  • Oplossing: investeren in hogescholen en universiteiten.

Slide 9 - Slide

Regionale verschillen
  • Het zuiden van Duitsland is economisch het meest ontwikkeld. 
  • In de deelstaten Beieren en Baden-Württemberg is veel hightechindustrie gevestigd, waaronder de autofabrieken van BMW, Daimler-Benz en Porsche.
  • Voor een Europees land voert Duitsland veel producten uit de hightechindustrie uit. 
  • Samen met de ontwikkelingen in de dienstensector bracht de export van Duitsland daarom steeds meer geld op. Zo kon de Duitse economie uitgroeien tot de grootste van Europa.

Slide 10 - Slide

Invloed op de bevolkingsontwikkeling
  • In Duitsland wonen bijna 83 miljoen mensen. Het land heeft na Rusland de grootste bevolking van Europa. Het inwonertal van Duitsland blijft stabiel, ondanks het lage geboortecijfer. Hoe kan dat?

  • Dat komt vooral door asielzoekers en geschoolde krachten uit andere EU-landen die het land in komen.

  • Veel mensen vertrekken uit de gebieden waar de werkloosheid hoog is. In grote delen van Oost-Duitsland en in de oude industriegebieden zoals het Ruhrgebied neemt de bevolking af. Er is sprake van demografische krimp. Ook veel landelijke gebieden hebben een vertrekoverschot. De werkgelegenheid in de landbouw neemt af.

Slide 11 - Slide

Huiswerk
Wat ga je doen?
Maken 4.2: opdrachten 7, 10, 11, 12, 14 en 15.


Slide 12 - Slide