This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Economie
Hoofdstuk 3 Het huishouden
Paragraaf 3.1 Ontvangsten en uitgaven
Slide 1 - Slide
Planning
Startopdracht
Leerdoelen
Filmpje
Uitleg over p 3.1 Rondkomen
Opdracht maken
Afsluiting van de les
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
Aan het einde van de les ....
Kunnen jullie de begrippen begrotingen budgetteren uitleggen
Weten jullie wat een besteedbaar inkomen is en hoe je die kunt berekenen.
Kunnen jullie de verschillende soorten uitgaven benoemen.
Slide 5 - Slide
Paragraaf 3.1 Ontvangsten en uitgaven
Hoe ga je met je geld om? Zie je wel hoe je ermee uitkomt, of houd je je uitgaven nauwkeurig bij? Hoe voorkom je dat je geld tekort komt? En wat kun je doen met geld dat je overhoudt?
Slide 6 - Slide
Rondkomen: Wat betekent dat volgens jou?
A
Geld uitgeven aan nuttige dingen
B
Geld moet rollen van mens tot mens
C
Zo veel mogelijk geld verdienen
D
Zorgen dat je met je inkomen je uitgaven kan betalen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Video
Rondkomen
Een begroting is een schatting van je
verwachte inkomsten en uitgaven.
Budgetteren is zorgen voor evenwicht
in je inkomsten en uitgaven.
Slide 9 - Slide
Wat kan je besteden?
Besteedbaar inkomen =
arbeidsinkomen + inkomen uit bezit (vermogen) + overdrachtsinkomen
-belastingen- premies - overige inhoudingen.
Slide 10 - Slide
Wat kan je uitgeven?
Vaste lasten Regelmatig terugkerende uitgaven.
Huishoudelijke uitgavendagelijkse boodschappen en uitgaven voor persoonlijke verzorging