In tweetallen (ingedeeld door docent) ga je volgende vragen aan elkaar stellen:
1. Noem twee leuke dingen die je hebt gedaan in de vakantie.
2. Heb je een stad bezocht, welke?
3. Welke twee dingen heb je met vrienden gedaan?
4. Noem een ding die je met je familie hebt gedaan.
5. Hoe laat ging je naar bed?
6. Hoe laat werd je wakker?
7. Wat vond je het leukst van de vakantie?
8. Heb je wat voor school gedaan, wat dan?