Herhaling spelling H1-2 1H

Wat voor woorden schrijf je met een hoofdletter? (h1)
1 / 13
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat voor woorden schrijf je met een hoofdletter? (h1)

Slide 1 - Open question

Wat is juist?
A
mevrouw Ten Hage - De Wildt
B
mevrouw Ten Hage - de Wildt
C
Mevrouw Ten Hage - de wildt
D
mevrouw ten Hage - de Wildt

Slide 2 - Quiz

Wat is juist?
A
Zuid-Afrikaans liedje
B
zuid-afrikaans liedje
C
Zuid-afrikaans liedje
D
zuid-Afrikaans liedje

Slide 3 - Quiz

Maanden en weekdagen worden met een hoofdletter geschreven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat is juist?
A
23 mensen zijn het ijsselmeer overgestoken.
B
23 Mensen zijn het IJsselmeer overgestoken.
C
23 mensen zijn het IJsselmeer overgestoken.
D
23 Mensen zijn het ijselmeer overgestoken.

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van "laars"?

Slide 6 - Open question

Wat is het meervoud van "kopie"?

Slide 7 - Open question

Wat is het meervoud van "dominee"?

Slide 8 - Open question

Wat is het meervoud van "trofee"?

Slide 9 - Open question

Wat is het meervoud van "biervat"?

Slide 10 - Open question

Wat is het meervoud van "koe"?

Slide 11 - Open question

Wat is het meervoud van "melodie"?

Slide 12 - Open question

Ik vind spelling nog best lastig.
Waar
Niet waar

Slide 13 - Poll