Les verbes -er, avoir, être, aller, faire

Aujourd'hui
  • Herhaling leerstof (chapitre 5)
  • Werkwoorden avoir être faire aller pouvoir vouloir
  •  Zelfstandig leren

Mardi 29 mai 2023
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Aujourd'hui
  • Herhaling leerstof (chapitre 5)
  • Werkwoorden avoir être faire aller pouvoir vouloir
  •  Zelfstandig leren

Mardi 29 mai 2023

Slide 1 - Slide

Les verbes 


regelmatig op -er, avoir, être, aller, faire,  pouvoir, vouloir

Slide 2 - Slide

tu ... (vouloir)

Slide 3 - Open question

nous ... (avoir)

Slide 4 - Open question

je ... (faire)

Slide 5 - Open question

ils ... (pouvoir)

Slide 6 - Open question

on ... (vouloir)

Slide 7 - Open question

nous ... (être)

Slide 8 - Open question

elle ... (pouvoir)

Slide 9 - Open question

ils ... (vouloir)

Slide 10 - Open question

je ... (aller)

Slide 11 - Open question

zij is

Slide 12 - Open question

u wilt

Slide 13 - Open question

jij doet/maakt

Slide 14 - Open question

wij gaan

Slide 15 - Open question

wij hebben

Slide 16 - Open question

jullie kunnen

Slide 17 - Open question

wij maken

Slide 18 - Open question

hij is

Slide 19 - Open question

c'est fini

Slide 20 - Slide