Oefenen eindtoets BB3

Oefenen eindtoets BB3
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Oefenen eindtoets BB3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke verschillende typen cellen zie je hier?

B
Schimmel
Dier
Bacterie
Plant

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Bij fotosynthese ....
A
Nemen planten zuurstof op en geven CO2 af
B
Nemen planten koolstof op en geven zuurstof af
C
Nemen planten C02 op en geven zuurstof af
D
nemen planten koolstof op en geven CO2 af

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is fotosynthese?
A
het maken van voedsel
B
het omzetten van water en koolstofdioxide
C
het omzetten van glucose en zuurstof
D
het omzetten van water + CO2 in glucose en zuurstof

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Organisme
Orgaan stelsel
Orgaan
Weefsel
Cel

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Huidmondje
Nerf
Opperhuid-cellen
Cellen met bladgroen

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Cell nucleus
Cytoplasm
Chloroplast
Cell membrane
Cell wall
Vacuole

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Organisme
Orgaan
Weefsel
Cel

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

De basis van dit voedselweb is:
A
opgeloste voedingsstoffen
B
zee-eenden
C
algen
D
bacteriën

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat zit er niet in een voedselweb?
A
planteneters
B
vleeseters
C
afvaleters
D
bacteriën

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Koolstofkringloop
Voedselkringloop

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Voedselkringloop
Producenten
Reducenten
Afvaleters
Consumenten
Mineralen

Slide 16 - Drag question

Opdracht 7 blz. 135
Sleep de juiste cel naar de voedselkringloop.

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

1
2
3
4
5
6
De impuls stuurt de biceps aan
De prikkel wordt omgezet in een impuls
Zenuw geleidt de impuls 
Heet water komt uit de kraan
De prikkel wordt omgezet in een impuls
De hersenen verwerken de impuls en zorgen voor een reactie

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de tekst naar het juiste plaatje.
Zintuigen zetten prikkels om in impuls
Zenuwen sturen impuls naar hersenen
Bewust van de prikkel, hersenen nemen beslissing
Hersenen sturen impuls naar zenuwen
Lichaam reageert op prikkel

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Impuls
Zintuig
Prikkel

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Virus
Bacterie
Gonorroe
Herpes
Hepatitis B
Chlamydia
HIV

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

                Sleepvraag: wat hoort bij elkaar? 
Acuut
Besmetting
Incubatietijd
Infectie
Plotseling begin
Binnendringen van ziekteverwekker
De periode tussen besmetting en ziek worden
vermenigvuldigen van ziekteverwekkers

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Bacteriën maken je ziek door:
A
Giftige stoffen af te geven
B
Zich vermenigvuldigen in je cellen
C
DNA in lichaamscellen injecteren waardoor de cel besmet is
D
Het eet je witte bloedcellen op

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?
A
Virussen geven giftige stoffen af, bacteriën niet.
B
Bacteriën kunnen zichzelf voortplanten, virussen hebben jouw cellen daarvoor nodig.
C
Bacteriën maken je altijd ziek, virussen niet altijd.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet een virus?
A
Virussen vermeerderen zich in de cel en maken de cellen kapot
B
Maken je ziek door giftige stoffen uit te scheiden

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een infectieziekte?
A
ziekte veroorzaakt door bacterie
B
ziekte veroorzaakt door micro-organismen
C
ziekte veroorzaakt door virus
D
ziekte veroorzaakt door schimmel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions