Les 42 - Feedback geven en ontvangen

Feedback geven en ontvangen
Kijken en luisteren 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Feedback geven en ontvangen
Kijken en luisteren 

Slide 1 - Slide

Planning
Terugblik
Lesdoelen
Wat weet je nog?
Uitleg
Opdrachten
Afsluiten

Slide 2 - Slide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd hoe je moet luisteren en aantekeningen maken.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je weet waar je op moet letten als je feedback geeft of krijgt in een gesprek.
  • Je kunt zelf op een goede manier feedback geven en ontvangen.

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog/al over feedback geven en ontvangen?

Slide 5 - Slide

Feedback geven en ontvangen
In het dagelijks leven heb je steeds contact met anderen: net familie, vrienden, docenten enzovoort.
In dit contact gaan er dingen goed en minder goed en soms wil jij of de ander daar wat van zeggen.
Dat noem je feedback geven.

Je geeft complimenten als je iets goed of fijn vindt.
Je geeft kritiek als je iets niet goed of vervelend vindt.


Slide 6 - Slide

Complimenten
Zo geef je een compliment:
  • Geef alleen een compliment als je het echt meent.
  • Gebruik de ik-vorm.
  • Vertel precies waarom je iemand een compliment geeft. Om welke prestatie gaat het?
  • Wacht er niet te lang mee.

Zo ontvang je een compliment:
  • Bedank degene die je een compliment geeft.
  • Zeg niet dat het heel gemakkelijk was, dat iedereen dat toch kan of dat je de ander ook heel goed vond.
  • Geniet van het compliment.

Slide 7 - Slide

Kritiek
Zo geef je kritiek:
  • Bedenk of je kritiek terecht is en of jij wel degene bent die er wat van moet zeggen. 
  • Kies een rustig moment waar geen anderen bij zijn.
  • Zeg wat iemand doet en wat het gevolg daarvan is voor jou.

Zo ontvang je kritiek:
  • Laat de ander merken dat je luistert en vraag om toelichting als iets niet duidelijk is.
  • Bedank de ander voor de informatie. Vertel wat de kritiek met je doet, maar ga niet meteen in de verdediging.
  • Bedenk wat je herkent en wat niet. Zeg wat je met de kritiek wilt doen. 

Slide 8 - Slide

Opdrachten maken
Wat: Je maakt les 42. Maak opdracht 1 t/m 8.

Hoe: Je maakt de opdrachten in je schrift. Je mag zachtjes overleggen.

Tijd: Je hebt tot het einde van de les.

Klaar: - Nakijken
            - Maak opdracht 9 t/m 12.
            - Lezen


Slide 9 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Slide