Oefentoets

Vandaag
Bespreken oefentoets

Morgen is de toets
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vandaag
Bespreken oefentoets

Morgen is de toets

Slide 1 - Slide

Oefentoets
Je gaat zo de oefentoets voor jezelf nakijken

Ik bespreek de vragen met antwoorden, als je iets niet snapt steek je je hand op om het te vragen

Slide 2 - Slide

Oefentoets
1. Waaruit bestaat een stof? (1 punt)
Moleculen!

2. Wat zijn vanderwaalskrachten? (1 punt)
Dit zijn de krachten die tussen moleculen werken

Slide 3 - Slide

Oefentoets
3. Een onbekend voorwerp heeft een volume van 3,15 cm3 en een massa van 28,224 gram. Bereken wat de dichtheid is en zoek op welk materiaal dit onbekende voorwerp is.
Gegeven: v = 3,15 cm3 & m = 28,224 gram        (1 punt)
gevraagd: dichtheid                                                     (1 punt)
formule: p = m : v                                                            (1 punt)
berekening: p = 28,224 : 3,15 = 8,96                       (1 punt)
antwoord: De dichtheid van het voorwerp is
                       8,96 g/cm3, dit is de stof koper         (1 punt)

Slide 4 - Slide

Oefentoets
4. In sommige landen wordt het in de winter erg koud, in Canada is in de winter ooit een temperatuur van -63 graden Celsius gemeten. Welke vloeistof is bij deze temperatuur vast en welke vloeibaar? (2 punten, per fout 1 punt aftrek)
-63 + 273 = 210 K
Zet kruisjes op de juiste plaats
vloeistof           vast      vloeibaar
Spiritus                                  x                 smeltpunt is 183 K, het is dus warmer                            
Benzine                                  x                smeltpunt is 123 K, het is dus warmer     
Ether                                        x                smeltpunt is 157 K, het is dus warmer    
kwik                     x                                     smeltpunt is 234 K, het is dus kouder       
Zwavelzuur      x                                     smeltpunt is 284 K, het is dus kouder        

Slide 5 - Slide

Oefentoets
5. Wat bedoelen we met de dichtheid van een stof?
Hoeveel gram de stof per cm3 weegt (1 punt)

6. Als je thee gaat zetten kook je het water, welke 2 fasen heeft het water bij het koken van thee?
Vloeibaar & gas (1 punt)

7. Hoe heet de faseovergang die je bij het koken van water hebt?
Van vloeibaar naar gas is verdampen (1 punt)

8. Noem twee factoren waar de verdampingssnelheid vanaf hangt.
Oppervlakte, temperatuur & ventilatie (2 punten)

Slide 6 - Slide

Oefentoets
9. Leg uit wat we bedoelen met druk
De kracht van de botsende moleculen op het oppervlak van de wand (1 punt)

10. In welke fase zal een stof voor meer druk zorgen, de vloeibare fase of de gas fase? Leg uit waarom.
In gasfase bewegen de moleculen meer en zullen ze dus ook met meer kracht op het oppervlak botsen. De gasfase zal dus voor meer druk zorgen (2 punten)

Slide 7 - Slide

Oefentoets
11. De kracht van de botsende moleculen op een wand is 365 N. De oppervlakte van de want is 0,94 m2. Bereken de druk op de wand.
Gegeven: F = 365 N & A = 0,94 m2          (1 punt)
Gevraagd: druk                                                (1 punt)
Formule: P = F : A                                            (1 punt)
Berekening: P = 365 : 0,94 = 388,3         (1 punt)
Antwoord: De druk is 388,3 N/m2           (1 punt)

Slide 8 - Slide

Oefentoets
12. Hoe heet het meetinstrument waarmee je de overdruk meet?
Manometer (1 punt(

13. Leg uit wanneer een voorwerp zinkt in water
Als de dichtheid van het voorwerp groter is dan de dichtheid van water (1 punt)

14. Leg uit of paraffine zink, drijft of zweeft in het water. Gebruik de BINAS
De dichtheid van paraffine is 0,85 g/cm3, dit is lichter dan dat van water (1 punt). 
Paraffine zal dus drijven (1 punt)
Zonder uitleg geen punten!

Slide 9 - Slide

Oefentoets
15. Schrijf 2 eigenschappen op van suiker
Zoet, witte kleur (kookpunt, dichtheid, etc is ook goed) (1 punt)

16. Wat is het smeltpunt van suiker in graden Celsius?
Het smeltpunt van suiker is 458 K (1 punt)
458 - 273 = 185 graden Celsius (1 punt)

17. Wat betekent bovenstaande pictogram?
bijtend/corrosief (1 punt)

Slide 10 - Slide

Oefentoets
18. Wat is de MAC-waarde en het opmerkelijke gevaaraspect van zwavelzuur?
MAC-waarde = 1 (1 punt) en het gevaarlijkaspect is bijtend (1 punt(

19. Zoek op in de binas wat de dichtheid van glas is
2,60 g/cm3 (1 punt, als je de eenheid vergeten bent 0,5 punten)


Slide 11 - Slide

Oefentoets
20. De Amerikaanse kunstenaar Roni Horn maakt massieve kunstwerken van glas. In museum Voorlinden staan een aantal van deze kunstwerken.  Het volume van dit kunstwerk is 1 730 000 cm3. Bereken de massa van dit kunstwerk van glas.
Gegeven: v = 1 730 000 cm3 & p = 2,60 g/cm3         (1 punt)
Gevraagd: massa                                                                    (1 punt)
Formule: p = m : v --> m = p x v                                         (1 punt)
Berekening: m = 2,60 x 1 730 000 = 4 498 000         (1 punt)
Antwoord: De massa is 4 498 000 gram                     (1 punt)

Slide 12 - Slide

Cijfer
(Jouw punten : 37) x 9 + 1


  • Zorg dat je morgen een pen (en reserve pen) & rekenmachine mee hebt
  • De binas krijg je bij de toets van school
  • Je schrijft dus met pen en niet met potlood!

Slide 13 - Slide

Toets
- Schrijven met pen

- Als je binnenkomt ga je gelijk zitten, zet je je tas op de grond en pak je je pen en rekenmachine

- Blijf je praten, dan deel ik de toets niet uit, dit gaat dus van jullie tijd af

- Zie ik je telefoon, praat je of kijk je af tijdens de toets dan heb je een 1

- Ook als je klaar bent zie ik geen telefoon, neem dus een boek mee (of leesboek) van een ander vak!

Slide 14 - Slide