Centrummaten
• Het gemiddelde is de som van alle waarnemingen gedeeld door de totale frequentie.
• De modus is het waarnemingsgetal dat het meeste voorkomt (met hoogste frequentie).
• De mediaan is de waarde van de middelste waarneming.
• Bij een oneven aantal waarnemingen is er een middelste waarneming.
• Bij een even aantal waarnemingen, dan moet je het gemiddelde pakken van de twee ‘middelste’ waarnemingen.
Spreidingsmaten
• Het eerste kwartiel (Q1) is de mediaan van de eerste helft van de waarnemingen. Hierdoor ligt 25% van alle waarnemingen vóór Q1. Het derde kwartiel (Q3) is de mediaan van de tweede helft van de waarnemingen. Hierdoor ligt 25% van alle waarnemingen na Q3. De interkwartielafstand is het verschil Q3 – Q1.
• De standaardafwijking is de wortel van het gemiddelde van de kwadraten van de afwijkingen van het gemiddelde.
• De spreidingsbreedte bereken je door hoogste getal – laagste getal.