What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Chapitre 5 2HV herhalingen
Bonjour tout le monde!
Classe 2HC
Le 12 avril
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour tout le monde!
Classe 2HC
Le 12 avril
Slide 1 - Slide
Le programme d'aujourd'hui
1. Révision / herhaling : bron D en H : de ontkenning en vraag stellen
2- Révision bron C : phrases-clés
3. Maak de Quiz vragen
Chapitre 5
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Ontkenning met ne …pas
Stap 1:
de persoonsvorm zoeken:
Je
regarde
la télé
Stap 2:
ne persoonsvorm pas
Je
ne
regarde
pas
la télé
Attention! Stomme h of klinker (a, e, i, o, u)
Tu
n’
habites
pas
à Dronten.
Je
n
’aimes
pas
Justin Bieber.
Slide 4 - Slide
Heb je ze goed ?
Slide 5 - Slide
Andere vormen ontkenning
1. ne ......plus = niet meer
2. ne .....jamais = nooit
3. ne ......rien = niets
4. ne ....pas encore = nog niet
Let op: de volgorde blijft hetzelfde als pas "ne...pas"
Voorbeeld:
- Je
ne
suis
pas encore
allé à Paris.
- Ik ben nog niet gegaan naar Parijs.
Slide 6 - Slide
Maak de volgende zin ontkennend:
il a quinze ans?
A
il n'a pas quinze ans.
B
n'il a pas quinze ans.
C
il a ne quinze ans pas.
D
il a ne pas quinze ans.
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Fais des phrases négatives:Maak de zinnen ontkennend:
1. Ils sont arrivés ( no niet )
2. Nous allons faire ce travail ( nooit)
Slide 9 - Open question
Vraag stellen
Zonder vraagwoord :
- Tu as de l’argent
?
(
gewone zin met ?
)
-
Est- ce que
tu as de l’argent? (
met est-ce que
)
-
As-
tu
de l’argent? (
omkeren persoonsvorm en onderwerp)
Let op: est-ce que bestaat niet in het Nederlands , het is een manier om een vraag te stellen.
Slide 10 - Slide
Met een vraagwoord:
Où
est- ce que
tu habites ? (
vraagwoord+ est- ce que + gewone zin)
Où
habites-tu ? (
vraagwoord+ omkering onderwerp en persoonsvorm)
Tu habites
où ?
(
gewone zin+ vraagwoord aan het eind)
Uitzondering
:
qu’est-ce que
kan alleen aan het begin van de zin .
Slide 11 - Slide
1.quand
2. Pourquoi
3. où
4. qu’est ce que
5. comment
6. qui
7. combien
8. quel(le)(s)
1. wanneer
2. waarom
3. waar
4. wat
5. hoe
6. wie
7. hoeveel
8. welk(e), wat
Vraagwoorden
Slide 12 - Slide
Pose une question : Stel een vraag met de woorden (..)
1. Tu fais demain( wat)
Slide 13 - Open question
Vous partez en vacances ( wanneer)
Slide 14 - Open question
Phrases-clés bron C ( zinnen A en B )
Slide 15 - Slide
Traduis /vertaal :
- Ik ben niet in vorm.
- Ik denk dat ik ziek ben.
- Ik heb keelpijn en heb 40 graden koorts.
- Ik blijf in bed.
Slide 16 - Open question
les devoirs
- Révise/ herhaal alle bronnen: ABCDH voor de toets
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
More lessons like this
HV2 Maatwerkles 3
December 2020
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Maandag 12 juni herhaling
June 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Ontkenning en vraagzin maken Frans | VWO2
March 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Trede 3 - Vertellen over je hobby's
February 2023
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Herhaling vraagwoorden en vraagzinnen + de ontkenning
May 2021
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
frans
June 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Chapitre 5, cours 8_Bande dessinée
March 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
ch 5 Dossier Santé cours 7 22 05 2023 2A
May 2023
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2