This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
les-informatie
lesdoel uitleggen / oefenen / toetsen
past bij Nu Nederlands 1F-2F boek A Lezen 1.1
auteur MB
datum juli 2021
Slide 1 - Slide
woordsoorten
Inleiding
Dieren kunnen we verdelen in verschillende groepen, bijv. vogels, vissen, zoogdieren en insecten.
Slide 2 - Slide
woordsoorten
Ook woorden kunnen we verdelen in verschillende groepen. De belangrijkste woordsoorten zijn: werkwoorden, zelfstandig naamwoorden, bijvoeglijk naamwoordenensignaalwoorden.
En soms hebben combinaties van woorden een speciale betekenis. Dat noemen we idioom.
Slide 3 - Slide
woordsoort werkwoord ww
Het werkwoord vertelt wat we doen (of niet doen).
voorbeelden:
Ik loop naar school.
De studenten zitten in het lokaal.
De docent staat bij het bord.
Zij is blij, omdat de studenten graag willen leren.
Slide 4 - Slide
woordsoort zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat zelf betekenis heeft. Bij een zelfstandig naamwoord hoort 'de' of 'het', of 'een'. zn
voorbeelden
De pen ligt op de bruine tafel.
Het bord hangt aan de muur.
Er staat een raam open.
Slide 5 - Slide
woordsoort bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord. bn
voorbeelden
De oude man is een gezellige cliënt.
Het kleine kind waste zijn vuile handen.
Het drukke werk kost energie.
De slimme studenten noteren hun nieuwe huiswerk.
Slide 6 - Slide
het signaal
het signaal
[sinjaal]
Slide 7 - Slide
woordsoort signaalwoord
Een signaalwoord laat zien hoe de delen van de zin met elkaar te maken hebben. sw
voorbeelden
Ik ben ziek, maar ik ga toch naar school.
Zij vergeet haar boek, en ze komt ook nog te laat.
Hij helpt de oude vrouw, omdat zij het niet alleen kan.
Slide 8 - Slide
Lezen H.1.1 Onderwerp en hoofdgedachte
p.10, t2 noteren woordsoorten invullen
proefmodel, het
testvlucht, de
oproepen
vliegend
in de lucht hebben
Slide 9 - Slide
huiswerk voor de volgende les
leer de vijf woorden:
- betekenis
- spelling
- woordsoort
neem de woordentabel weer mee naar school
Slide 10 - Slide
overhoring van het huiswerk woordenschat
Je krijgt vijf zinnen waarin je het goede woord moet invullen.
Slide 11 - Slide
De fiets-fabriek wil een nieuwe fiets maken. Ze maken eerst een ...
timer
1:00
A
testvlucht.
B
vlieger.
C
oproep.
D
proefmodel.
Slide 12 - Quiz
het insect
de mug de vlinder
Slide 13 - Slide
Muggen en vlinders zijn .... insecten.
timer
1:00
A
vliegende
B
proevende
C
testende
D
oproepende
Slide 14 - Quiz
Na haar bezoek aan het ziekenhuis heeft zij een taxi ...
timer
1:00
A
gemodeld.
B
opgeroepen.
C
gevlucht.
D
getest.
Slide 15 - Quiz
Voordat het nieuwe vliegtuig gebruikt kan worden, moeten er eerst ... gemaakt worden.
timer
1:00
A
proefmodellen
B
oproepen
C
testvluchten
D
vliegen
Slide 16 - Quiz
Een week voor het grote feest wil de manager alles ...