oefentoets h1 3k

Wat is de Renaissance?
A
Italiaans voor "middeleeuwen", dat woord ontstond in de 16e eeuw
B
Bloeiperiode van de kunst en wetenschap, waarbij ze terugkeken naar de Klassieke Oudheid.
C
Strijd tussen paus en keizer over wie de meeste macht in de wereld had.
D
De "nieuwe" tijd na de middeleeuwen, waarin men totaal nieuwe ontdekkingen deed.
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is de Renaissance?
A
Italiaans voor "middeleeuwen", dat woord ontstond in de 16e eeuw
B
Bloeiperiode van de kunst en wetenschap, waarbij ze terugkeken naar de Klassieke Oudheid.
C
Strijd tussen paus en keizer over wie de meeste macht in de wereld had.
D
De "nieuwe" tijd na de middeleeuwen, waarin men totaal nieuwe ontdekkingen deed.

Slide 1 - Quiz

Zie tabel. Hoeveel promille van
de wereldbevolking zal in 2025
in Rusland wonen? Rond af op
1 decimaal

A
16,0 promille
B
18,6 promille
C
1,6 promille
D
18,4 promille

Slide 2 - Quiz

In Nederland rijden er in totaal Ferrari's 2600 rond. Dat is 0,32 promille van het aantal auto's in Nederland.
Hoeveel auto's rijden er in Nederland rond?
A
1.264.000
B
12.640.000
C
812.500
D
8.125.000

Slide 3 - Quiz

Wat is een absolute toename?
A
Een toename in getallen
B
Een toename in procenten
C
Een relatieve toename

Slide 4 - Quiz

Wat is een relatieve toename?
A
een toename in getallen
B
een toename in euro's
C
een toename in procenten

Slide 5 - Quiz

Cirkeldiagram. Wat is het totaal aan procenten van de sectoren?
A
44
B
8
C
16
D
100

Slide 6 - Quiz

Hoe kun je procenten uitrekenen?
A
Deel/geheel x 100%
B
Geheel/deel x 100%
C
geheel/ 100 keer het gedeelte

Slide 7 - Quiz

Wat is
in procenten?
A
20%
B
60%
C
80%
D
75%

Slide 8 - Quiz

Procenten rond ik af op..
A
1 decimaal
B
2 decimalen
C
gehele getallen
D
3 decimalen

Slide 9 - Quiz

Wat is het nieuwe percentage van een prijsstijging met 30%?
A
30%
B
130%
C
70%
D
300%

Slide 10 - Quiz

Schrijf dit percentage als een breuk:

55% = ...

A
551
B
10055
C
55100
D
1055

Slide 11 - Quiz


Schrijf dit percentage als een breuk:

37% = ...
A
371
B
1037
C
37100
D
10037

Slide 12 - Quiz

Als de prijs stijgt, dan wordt het percentage.....
A
Meer dan 100%
B
Minder dan 100%

Slide 13 - Quiz

Welk percentage hoort bij de volgende breuk?
3/8
A
67,5%
B
55%
C
40%
D
37,5%

Slide 14 - Quiz