GRAMMAR CHAPTER 2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

REVISION

• Adjectives and adverbs

• Much, many, lots of, a lot of, (a) little, (a) few (quantifiers)

• Intensifiers 

• Vocabulary

ADJECTIVES + ADVERBS

What is an 'adjective'?

example sentences

• “The beautiful girl.”

• “This book is fantastic.”

• “I am wearing a black jacket.”

What is an 'adverb'?

example sentences

“This book is fantastically written.” > zegt iets over een werkwoord 

“The extremely beautiful girl.”  > zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord 

“She sang absolutely well.”  > zegt iets over een ander bijwoord in de zin

SPELLING RULES ADVERBS

Wat is de 'algemene' regel die het meeste wordt gebruikt?

Wat gebeurt er met woorden die eindigen op –le ? (VB: terrible)

Wat gebeurt er met woorden die eindigen op een medeklinker + -y ? (VB: easy)

Wat gebeurt er met woorden die eindigen op –ic ? (VB: fantasic)

THE RULES

Algemene regel / meest gebruikt

-ly (beautifully, nicely)

Woorden die eindigen op –le

-le > -ly (terrible – terribly)

Woorden die eindigen op een medeklinker + -y

> -ily (easy – easily)

Woorden die eindigen op –ic

-ic > -ally (fantastic – fantastically)

MORE RULES

• Bij sommige ww gebruik je 

dezelfde vorm als het bijv.nw  

> Look, feel, taste, smell, sound 

• Onregelmatige bijwoorden 

> vorm is hetzelfde als het bijvoeglijk naamwoord

VB: “A hard worker.” “He works hard.”

Much, many, lots of, a lot of, (a) little, (a) few 

"Quantifiers"

THE RULES

• Waar zeggen deze woorden iets over?

 > Zelfstandig naamwoorden 

• Welke gebruik je bij znw die je WEL kan tellen?

> Many, lots of, a lot of, (a) few

• Welke gebruik je bij znw die je NIET kan tellen?
> (A) little , much

• UITZONDERING : 

> Lots of, a lot of  > bij zowel woorden die je WEL als NIET kunt tellen 

• Much, many, lots of, a lot of = 'veel'

• (A) little, (a) few = 'weinig'

> (a) little = 'een beetje'

> (a) few = 'een paar'

examples

“I don’t have much time to play games.”

“They don’t have many pets.”

“I got lots of games for my birthday.”

“Does he have a lot of books?

“Few boys like romantic comedies.”

“Does it take lots of time to finish the game?”

“I need a little more time.”

“There was little money left for shoes.”

INTENSIFIERS

"So, too, really, very, such"

> Om extra nadruk te geven aan een bijvoeglijk naamwoord, bijwoord of werkwoord. Ze staan VOOR het woord waarover ze iets zeggen. 

Time for some questions

Is everyone ready?

Questions about: adjectives, adverbs, quantifiers, intensifiers 

+ a bit of vocabulary

"That birthday cake smells...."

1. delicious
2. deliciously
3. deliciousally
4. deliciousily

"I am .... tired to do my homework."

1. Much
2. Many
3. Very
4. Too

'Much' gebruik je bij zelfstandige nw die je NIET kan tellen.

1. True
2. False

'(A) little' gebruik je bij zelfstandige nw die je NIET kan tellen.

1. False
2. True

ADVERBS: spellingregel voor woorden die eindigen op -le

1. blijft hetzelfde
2. wordt -ily
3. wordt - ly
4. wordt -ally

ADJECTIVE naar ADVERBS:
Easy wordt .....

COMPLICATED

1. Ingewikkeld
2. Makkelijk
3. Invoeren

EXPLAIN

1. Leren
2. Oefenen
3. Uitleggen
4. Vooruit

DRAADLOOS

MEAN

1. Betekenen
2. Gemeen

BEPAALD

1. Capture
2. Certain
3. Suggest
4. Thought