Taalverzorging

Taalverzorging

Intercity

Jongsten

1 / 41

Slide 1: Slide

SpellingBasisschoolGroep 6-8

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging

Intercity

Jongsten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Ik kan woorden met -ng goed schrijven

tong

wandeling

zingen

Slide 3 - Slide

Ik kan woorden met -nk goed schrijven

bank

links

inktvis

Slide 4 - Slide

Ik kan woorden met -ch en -cht goed schrijven

lach

school

chloor

bocht

nacht

aanrecht

Slide 5 - Slide

Ik kan woorden met -ei en -ij goed schrijven

trein

afscheid

einde

ijs

batterij

grijns

Slide 6 - Slide

Ik kan woorden met -au(w) en -ou(w) goed schrijven

pauw

auto

applaus

hout

springtouw

oud

Slide 7 - Slide

Ik kan woorden waarbij de -f in -v of -s in -z verandert goed schrijven

duif - duiven

lief - lieve

huis - huizen

gans - ganzen

Slide 8 - Slide

Ik kan woorden met de -i die klinkt als -ie goed schrijven

duif - duiven

lief - lieve

huis - huizen

gans - ganzen

Slide 9 - Slide

Ik kan woorden met -c als -s of als -k goed schrijven

cirkel

cent

cijfer

cavia

clown

insect

Slide 10 - Slide

Ik kan verkleinwoorden met -je -nkje -tje -dje of -etje goed schrijven

huisje

hondje

kistje

kettinkje

brilletje

Slide 11 - Slide

Ik kan woorden met -ig en -lijk goed schrijven

geweldig

vaardig

jarig

jaarlijks

gevaarlijk

sierlijk

Slide 12 - Slide

Ik kan woorden met -d als -t goed schrijven

hond

spiegelbeeld

land

Slide 13 - Slide

Ik kan woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep goed schrijven

jager

probleem

uren

Slide 14 - Slide

Ik kan woorden met een korte klank aan het eind van een klankgroep goed schrijven

bakker

kennis

spelling

Slide 15 - Slide

Ik kan samengestelde woorden goed schrijven

hijs-kraan

sport-tas

sla-kom

Slide 16 - Slide

Ik kan woorden waarbij de -z in het midden klinkt als -s goed schrijven

rugzak

vuilniszak

Slide 17 - Slide

Ik kan woorden met -ge als -zje goed schrijven

garage

horloge

genie

Slide 18 - Slide

Ik kan woorden met -heid en -teit goed schrijven

vaardigheid

snelheid

vriendelijkheid

kwaliteit

puberteit

majesteit

Slide 19 - Slide

Ik kan woorden met -'s goed schrijven

's morgens

's avonds

piano's

schema's

Wilma's

Tony's

Slide 20 - Slide

Ik kan werkwoorden in tegenwoordige tijd goed schrijven

ik kleur

hij kleurt

wij kleuren

Slide 21 - Slide

Ik kan woorden met -tie goed schrijven

politie

prestatie

traktatie

Slide 22 - Slide

Ik begrijp wat de stam van een werkwoord is

De stam is de ik-vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd.

hele werkwoord - schilderen

stam - schilder

Slide 23 - Slide

Ik kan aanhalingstekens gebruiken

• Aanhalingstekens zijn leestekens.

• Je gebruikt aanhalingstekens als je

precies opschrijft wat iemand zegt.

• Vaak staat er een kort zinnetje achter.

• Tussen wat iemand zegt en dat korte

zinnetje hoort een komma, tenzij er al

een leesteken staat.

‘Dat heb je goed gedaan,’ zei de juf.

‘Wie weet het antwoord?’ vraagt de juf.

Slide 24 - Slide

Ik kan woorden op de juiste plaats afbreken

staan alle verjaardagen op de kalen- der?

Heb jij gezien waar ik mijn fietssleu- tel heb neergelegd?

Heb jij de bekers gevuld met wa- ter?

Slide 25 - Slide

Taalverzorging

Intercity

midden

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Ik kan woorden met -isch(e) goed schrijven

tropisch

praktisch

fantastisch

Slide 28 - Slide

Ik kan werkwoorden in de verleden tijd goed schrijven

ww zoals proeven en reizen

ik/hij proefde

wij proefden

ik/hij reisde

wij reisden

Slide 29 - Slide

Ik kan woorden met de -b als -p goed schrijven

krab

abnormaal

Slide 30 - Slide

Ik kan woorden met -th als -t goed schrijven

thee

methode

thema

Slide 31 - Slide

Ik kan verkleinwoorden met -aatje -ootje -uutje goed schrijven

omaatje

autootje

parapluutje

Slide 32 - Slide

Ik kan woorden met een hoofletter goed schrijven

• aardrijkskundige namen

Noorwegen

• bedrijven en organisaties

Albert Heijn

• namen van feestdagen

Pasen, Sinterklaas

• titels van boeken en films

Mot en de metaalvissers

Slide 33 - Slide

Ik kan andere klank werkwoorden goed schrijven

riep - roep

slaap -sliep

val - viel

Slide 34 - Slide

Ik kan woorden met -iaal -ieel -ueel goed schrijven

liniaal

financieel

actueel

Slide 35 - Slide

Ik kan woorden met een trema goed schrijven

knieën

ruïne

bacteriën

Slide 36 - Slide

Ik kan stoffelijk bijvoeglijk naamwoorden goed schrijven

gouden

zilveren

houten

Slide 37 - Slide

Ik kan Engelse leenwoorden goed schrijven

team

keeper

Slide 38 - Slide

Ik kan de gebiedende wijs goed schrijven

sta op

loop door

zit stil

Slide 39 - Slide

Ik kan Franse leenwoorden goed schrijven

chauffeur

restaurant

toilet

Slide 40 - Slide

Ik kan woorden met de -x goed schrijven

taxi

exotisch

textiel

Slide 41 - Slide

Taalverzorging

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

More lessons like this

Spelling lange en korte klanken en tweeklanken

spelling meervoud op -ie en bezitsvorm

B1M1 - De stam van een werkwoord

H5 - spelling bezitsvorm

Nederlands blok 2 spelling vmbo-bk

Spelling blok 2

Spelling, blok 2 (klas 1)

Spelling verlengingsregel D-T