adverbs&adjectives

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

adverbs&adjectives

Doel: Aan het einde van de les ken je het verschil tussen bijwoorden en bijvoeglijk naamwoorden

en weet je  hoe ze in het Engels gebruikt worden.

Vergelijk

The beautiful house

The extremely beautiful house.

Bijvoeglijk naamwoord: adjectives.

Zegt iets van zelfstandig naamwoord.

The beautiful house.

Bijwoorden: adverbs

zegt iets over:

werkwoord

bijvoeglijk naamwoord

ander bijwoord

hele zin

werkwoord

She sings beautifully.

Bijvoeglijk naamwoord

He finished the painting at a terrifically fast pace.

ander bijwoord

You can sing truly beautifully.

Hele zin

Luckily, I now understand adverbs.

om adverb te maken:

woord+ ly

beautiful- beautifully

proud- proudly

Hoe maak je een bijwoord?

Bijvoeglijk naamwoord + LY

IC - ALLY

(fantastic - fantastically)

Y - ILY

funny - funnily

Uitzondering 2.0 

adjectives - adverbs

good - well 

fast - fast

long - long

fair - fair

Uitzonderingen

Adjectives    -       Adverbs    

good               -       well  

fast                  -       fast

long                -       long

hard                -       hard

late, fine, left, right

Let op de uitzonderingen

good-well                   fast-fast

earky-early 

Adjectives and adverbs
She dances ......

1. wonderful
2. wonderfully

Adjectives and adverbs
Racehorses have to run really ....

1. quickly
2. quick

Adjectives and adverbs
She skates ....

1. fastly
2. fast

ADVERBS & ADJECTIVES

I didn't know Ibrahim could cook so ___ (good).

ADVERBS & ADJECTIVES
The dog barks ....... (angry)

Adverbs & Adjectives
It's a ... (horrible) thing when you get robbed.

Adverbs & Adjectives
I didn't know Ibrahim could cook so ___ (good).

ADVERBS & ADJECTIVES
Jolene is an ....(exceptional) talented girl.