Gastvaardigheden - les 4

Welke soorten vragen zijn er ook al weer?
1 / 15
next
Slide 1: Open question
gastvardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welke soorten vragen zijn er ook al weer?

Slide 1 - Open question

Met welke woorden kunnen open vragen beginnen?

Slide 2 - Open question

Met welke woorden kan
een open vraag beginnen?

Slide 3 - Mind map

Type vragen
• open vragen
• gesloten vragen
• doorvraagvragen/vervolg vragen; 'hoe merkte je dat? / wat gebeurde er toe?'
• keuzevragen
• controlevragen (vaak gesloten vragen) 'dus u zegt dat ....?'

Slide 4 - Slide

opdracht interview
Hello Goodbye
a. vanaf minuut 0.52 de surinaamse vriendin. Schrijf op welke vragen Joris stelt. 

Slide 5 - Slide

Wat waren de doorvraag/vervolg vragen en wanneer werd het persoonlijk?

Slide 6 - Open question

opdracht interview
Hello goodbye
b. op 6.00 min verhaal moeder. Hoe reageert Joris op het verhaal van deze mevrouw. Wat zie je en wat hoor je?

Slide 7 - Slide

Wat zag je in zijn houding/mimiek? En wat hoorde je aan empathie?

Slide 8 - Open question

Antwoorden krijgen ... Let op! 
- Op datgene wat hij NIET zegt of slechts gedeeltelijk zegt. Bv: Ik ben kwaad (je hebt geen idee waar het over gaat).
- Ontbrekend referentie kader: Zij willen dat, wij, de groep, de familie, iedereen
- Alles of niets aanduidingen: altijd, alles, iedereen, nooit, nergens, niemand, niets.
- Op waarde oordeel woorden: goed, mooi, leuk, lelijk 

Slide 9 - Slide

wat ga je doen als ...?
Wat ga je doen als je dit hoort in je gesprek? 

--> Simpel: vragen stellen om het helder te krijgen

Slide 10 - Slide

Welke vraag ga je stellen als er iemand naar je toe komt met 'ik ben kwaad'.

Slide 11 - Open question

Welke vragen kun je stellen bij: Ontbrekend referentie kader: Zij willen dat, wij, de groep, de familie, iedereen

Slide 12 - Open question

Welke vragen ga je stellen bij:
Alles of niets aanduidingen: altijd, alles, iedereen, nooit, nergens, niemand, niets. Bijv. 'Er is hier nooit iets te doen'

Slide 13 - Open question

Op waarde oordeel woorden: goed, mooi, leuk, lelijk, afschuwelijk.
'Het zwembad is dit park is echt leuk'

Slide 14 - Open question

Planning: 
7-12 = geen les
16-12 = oud student in de les. huiswerk: bedenk open vragen om hem of haar te stellen. 
23 + 30-12 = vakantie
januari: nog een keer een oud student, informatie geven en meer vragen stellen!

Slide 15 - Slide