Module A2- wk7- Persoonlijkheidsstoornissen

1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Cluster A
  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis


Kenmerken:
  • Weinig contact
  • Beperking sociale relaties
  • Leven geïsoleerd
  • Hulp vermijdend.
  • Wantrouwen
  • Merkwaardige gedachten

Slide 10 - Slide

Cluster B


  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  • theatrale persoonlijkheidsstoornis
Kenmerken
  • Dramatisch en onvoorspelbaar gedrag
  • Weinig beheersing impulsen en emoties.
  • Snelle behoeftebevrediging
  • Slecht in het onderhouden van (stabiele) relaties.
  • Verstorend effect op omgeving
  • Weinig zelfinzicht / verwijtend naar anderen

Slide 11 - Slide

Cluster C


  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
  • Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
  • Dwangmatige (obsessief-compulsieve) persoonlijkheidsst.


Kenmerken
  • Sociale vermijding
  • Dwangmatig handelen
  • Onzelfstandigheid.
  • Beter aanpassen maatschappij dan cluster A en B

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

antisociale
Welke kenmerken van de antisociale persoonlijkheidsstoornis worden er genoemd in het volgende filmpje?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben meer last van stigma's dan mensen met een andere psychiatrische stoornis
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Zorgvragers met een cluster A-persoonlijkheidsstoornis zoeken bijna nooit hulp, omdat hen dit voor hun gevoel kwetsbaar maakt en dwingt tot intiemer contact met een ander
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

De verpleegkundige maakt het theatrale gedrag van de zorgvrager met een histrionische persoonlijkheidsstoornis bespreekbaar door neutraal te blijven.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quiz

De zorgvrager met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis heeft vaak een stemmings- of angststoornis als hulpvraag.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quiz

Opdracht 
- Op de Padlet staat een opdracht met 3 casuïstieken
- In subgroepen werken aan de casuïstieken
- Beantwoord de vragen van de casus en bereidt een gesprek voor


Slide 37 - Slide

Toets week 9
Sleutelbegrippen
1.5 uur
2 kansen
Open van zondag 31/1 - zondag 7/4

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link

Slide 40 - Link

Slide 41 - Video