1HV 3.9 Spelling - pvvt

                            De les Nederlands is
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 42 min

Items in this lesson

                            De les Nederlands is

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat leer je?
Oorlogsgeheimen
zww, hww en kww
woordsoortenbingo
Persoonsvorm verleden tijd bij zwakke werkwoorden spellen


Slide 3 - Slide

Terugblik: § 3.8 Grammatica woordsoorten

Slide 4 - Slide

blz. 185


Soms is het kww 'blijven' een zww!
De terminator is in het gebouw gebleven. 
is = hww, gebleven = zww (verblijven)

Slide 5 - Slide



Soms is het kww 'blijven' een hww!
Ze blijft grimmig lachen. 
blijft = hww, lachen = zww
is = hww, gebleven = zww

Slide 6 - Slide

De Olympische winterspelen 2022 in China
  • Bedenk en schrijf zes zinnen los onder elkaar.
  • Gebruik twee zelfstandige werkwoorden (zww), twee  hulpwerkwoorden (hww) en twee koppelwerkwoorden (kww).
  • Ruil met een klasgenoot.
  • Benoem de zww, hww en kww in elkaars tekst.
  • Kijk samen jullie teksten na.
timer
5:00000

Slide 7 - Slide


§1.9 Spelling
persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
Ik loop.

Slide 8 - Slide




Regel:
1. stam = werkwoord - en
2. ik-vorm aanpassen?
3. Ik-vorm (+t) 
     óf infinitief bij meervoud
.


Voorbeeld:
1.   lop
2. ik loop
3.  jij / hij / zij / u loopt 
     wij / zij / jullie lopen
De persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
 in het enkelvoud en meervoud

Slide 9 - Slide


§2.9 Spelling
persoonsvorm verleden tijd - sterke  werkwoorden
Ik liep.

Slide 10 - Slide





 = klankveranderend in de verleden tijd
 De persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
bij sterke werkwoorden
lopen - liepen

Slide 11 - Slide


§3.9 Spelling
persoonsvorm verleden tijd - zwakke werkwoorden
Ik fietste.

Slide 12 - Slide




= klankvast in de 
verleden tijd

 De persoonsvorm verleden tijd bij zwakke werkwoorden
fietsen - fietsten

Slide 13 - Slide





Twijfel je over +te(n) / de(n)?
Gebruik een ezelsbruggetje, zoals 't ex-kofschip

 De persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
bij zwakke werkwoorden spellen

Slide 14 - Slide

e
T KoFSCHiP X

Slide 15 - Slide



Regel:
1. Zit de laatste medeklinker van de stam in 
'eX-KofSCHiP?  Ja!
Schrijf: ik-vorm + te(n)
2. Nee?
Schrijf: ik-vorm + de(n)


.

Voorbeeld:
gooien-gooi-gooide(n)

verhuizen-verhuiz-verhuisde(n)

relaxen-relax-relaxte(n)
 De persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
bij zwakke werkwoorden spellen

Slide 16 - Slide

't sexy fokschaap
t' xtc koffieshopje
't taxikofschip
't ketchuptaxietje

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Extra grammatica en spelling oefenen? 
www.jufmelis.nl, www.cambiumned.nl, www.beterspellen.nl 

Slide 21 - Slide

Geen huiswerk of de opdrachten 1-4 uit 3.9 Spelling afmaken ;)

Slide 22 - Slide

Wat?
§3.8 Grammatica woordsoorten: nakijken 1 t/m 6, maken 8 en nakijken
§3.9 Spelling: maken 1 t/m 4
Hoe?
Stil alleen of samen fluisteren
Hulp?
klasgenoot, boek, Straver
Resultaat?
Nu maken, dus geen huiswerk!
Leerdoel
Spelling pvvt bij zwakke werkwoorden
Klaar?
Lezen
Taak week 6: §3.9 Spelling opdrachten 5 t/m 8 + 10

Slide 23 - Slide

BINGO
Luister naar het woord en schrijf het woord op jouw kaart als je denkt 
het woordsoort te horen. 
(Voegwoord = signaalwoord)

We beginnen met 1 rijtje vol.

Slide 24 - Slide

Wat weet je nu?

Slide 25 - Slide

Wat weet je nu?

woordsoorten
persoonsvorm tegenwoordige tijd en
verleden tijd bij sterke en zwakke werkwoorden

Slide 26 - Slide

Volgende keer
Succes 
en
 tot de volgende keer!

Slide 27 - Slide