Woordenschat H5 deel 2: Woorden uit de handel en scheepvaart

Woordenschat H5 deel 2: Woorden uit de handel en scheepvaart
Welkom klas 2 havo
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, leesboek en je schrift.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Woordenschat H5 deel 2: Woorden uit de handel en scheepvaart
Welkom klas 2 havo
Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je schrift, boek, leesboek en je schrift.
Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam

Slide 1 - Slide

Welk woord moet op de puntjes komen te staan? Beter een […] kwijt dan een heel schip.

Slide 2 - Open question

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kent de woorden, spreekwoorden en uitdrukkingen uit de handel en scheepvaart.
Hoe bereik je dat doel?
1. Uitleg fictieopdracht + lezen
2. Mondelinge overhoring
3. Oefenen woordenschat
4. Huiswerk: Opdracht 3, 4 en 6 + woordenlijst H4 en H5 helemaal

Slide 3 - Slide

Uitleg fictieopdracht
Wat ga je doen? Je maakt een boekentas over je gelezen boek.
Eisen:
  • Je maakt een nieuwe kaft van het boek. Dat teken je op de voorkant van de tas.
  • Op de achterkant van de tas komt een uitleg voor de nieuwe kast.
  • Op de achterkant schrijf je je mening over het boek. Dit doe je uitgebreid en a.d.h.v. beoordelingswoorden.
  • In de tas doe je vijf voorwerpen die bij het verhaal past. Eén poppetje. Geen plaatjes. Dit presenteer je in je groepje en je groepsleden geven daar feedback op.

Slide 4 - Slide

Mondelinge overhoring
Welke leerlingen krijgen een mondelinge overhoring?

Slide 5 - Slide

Welke twee uitdrukkingen passen bij deze betekenissen? 1. te ver gaan, te hoog gegrepen zijn
2. samenwerken

Slide 6 - Open question

Welke uitdrukking past bij deze zin? Op het feestje wilde ik niet aan de bar blijven hangen, maar dansen kan ik niet.
A
aan het roer staan
B
dat raakt kant noch wal
C
tussen wal en schip vallen

Slide 7 - Quiz

Welke uitdrukking past bij deze betekenis? Geen geld meer hebben

Slide 8 - Open question

Welke uitdrukking past bij de volgende betekenis: terugkrabbelen, minder eisen stellen

Slide 9 - Open question

Instructie
Wat ga je doen? Maken opdracht 3, 4 en 6 + leren woordenlijst H4 en H5. Dit doe je online.
Hoe ga je het doen? Je werkt fluisterend aan de opdrachten. Te luid = helemaal stil.
Hulp: De docent loopt rond voor extra hulp.
Tijd: Je krijgt tot het einde van de les de tijd om ermee bezig te zijn.
Klaar: Leren woordenlijst H4 en H5 helemaal.  Je mag ook lezen.

Slide 10 - Slide