Werkwoorden Engels en bijv naamwoorden

Werkwoorden Engels en bijv naamwoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Werkwoorden Engels en bijv naamwoorden

Slide 1 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Focussen
ik..... (???)
hij..... (???)
wij hebben ......

Slide 2 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Focussen
focus, focust, gefocust
verleden tijd: focuste(n)

Slide 3 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Gamen
ik..... (???)
hij..... (???)
wij hebben ......

Slide 4 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Gamen
game, gamet, gegamed
verleden tijd: gamede(n)

Slide 5 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Release
ik..... (???)
hij..... (???)
wij hebben ......

Slide 6 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Releasen
release, releaset, gereleased
verleden tijd: releasede(n)

Slide 7 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Skaten
ik..... (???)
hij..... (???)
wij hebben ......

Slide 8 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Skaten
skate, skatet, geskatet
verleden tijd: skatete(n)

Slide 9 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Uploaden
ik..... (???)
hij..... (???)
wij hebben ......

Slide 10 - Slide

Hoe vervoeg je deze?
Uploaden
upload, uploadt, geüpload
verleden tijd: uploadde(n)

Slide 11 - Slide

Leer uit je hoofd hoe dat moet!
Focussen
Gamen
Releasen
Skaten
Uploaden

Slide 12 - Slide

BIJVOEGELIJK NAAMWOORD
altijd zo kort mogelijk!

Slide 13 - Slide

Bijvoegelijke naamwoorden
Goud
Ik heb een ______________ ring.
Brons
Hij won een _______________ medaille.

Slide 14 - Slide

Bijvoegelijke naamwoorden
Goud
Ik heb een    GOUDEN    ring.
Brons
Hij won een   BRONZEN   medaille.

Slide 15 - Slide

Bijvoegelijke naamwoorden
Plastic
Ik heb een ______________ tasje.
Gered
Het _______________ meisje was erg blij.

Slide 16 - Slide

Bijvoegelijke naamwoorden
Plastic
Ik heb een   PLASTIC   tasje.
Gered
Het   GEREDDE   meisje was erg blij.

Slide 17 - Slide