Ik ken de tekstverbanden oorzaak-gevolg en doel-middel.
Ik herken de signaalwoorden die bij deze tekstverbanden horen.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leerdoelen deze les
Ik kan overtuigende teksten herkennen.
Ik ken de tekstverbanden oorzaak-gevolg en doel-middel.
Ik herken de signaalwoorden die bij deze tekstverbanden horen.
Slide 1 - Slide
Korte terugblik vorige les: We hebben het o.a. gehad over een overtuigende tekst. Leg uit wat dat is.
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Slide
timer
2:30
Slide 4 - Slide
Wat voor tekstvorm is dit?
A
advertorial/reclametekst
B
column/weblog
C
C. informatieve tekst
Slide 5 - Quiz
Wat voor tekstvorm is dit?
A. advertorial/reclametekst
B. column/weblog
C. informatieve tekst
Slide 6 - Slide
Waaruit kon je dit afleiden?
• De zin 'van onze commerciële redactie'.
• Het aantal keren dat McDonalds genoemd wordt.
• De afbeelding.
• De herhaling van de positieve kenmerken.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Doen
Je maakt nu opdracht 7, 8, 9 en 10, van 3.3 Lezen. Dit is tevens het huiswerk. Als er tijd over is, bespreken we zo nog de opdrachten. Heb je het al gemaakt? Ga dan alvast verder.
timer
4:00
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Om bij het clubje te horen, ging Robert zich stoerder gedragen en zich anders kleden.
Slide 11 - Open question
Fabrikanten van voedingsproducten willen veel verkopen. Om dat te bereiken gebruiken ze in hun productinformatie slimme termen als 'geen vet', 'extra vitamines' en 'licht verteerbaar'. Ook hebben ze regelmatig kortingsacties. Tenslotte spelen ze handig in op verlangens van mensen d.m.v. reclamekreten als 'de lekkerste' en 'eenvoudig te bereiden'.
Slide 12 - Open question
Mijn zoon moet leren met geld om te gaan. Daarom geven we hem kledinggeld, waarvan hij zelf zijn kleren moet kopen. Van zijn opa en oma krijgt hij soms 'spaargeld'. Dat moet hij dus op zijn rekening zetten voor later. Mijn man en ik gebruiken vaak het spreekwoord: jong geleerd is oud gedaan
Slide 13 - Open question
oorzaak-gevolg
• Een oorzaak vertelt je waaróm iets gebeurt. Het geeft de aanleiding of de start van iets weer.
• Het gevolg is wat daarná gebeurt; het vervolg. Het vertelt hoe iets verder gaat.
Slide 14 - Slide
‘De dijken zijn doorgebroken. Het stormde gisteren heel hard, waardoor het water steeg.’
Slide 15 - Open question
Door mijn val in de sloot had ik een natte broek.
Slide 16 - Open question
Al mijn goede kleren zaten in de was, waardoor ik niets leuks had om aan te trekken.
Slide 17 - Open question
Mijn cavia is al 2 dagen erg ziek. Daardoor eet hij slecht.
Slide 18 - Open question
Zijn goede prestaties van vandaag heeft Milan te danken aan de gunstige weersomstandigheden.
Slide 19 - Open question
Mijn gebroken been is te wijten aan mijn ongelukkige val van 2 dagen geleden.
Slide 20 - Open question
Als gevolg van de overstromingen zijn veel mensen dakloos geworden.
Slide 21 - Open question
Ten gevolge van blaadjes op het spoor was de trein ernstig vertraagd.
Slide 22 - Open question
Doen
Je maakt nu opdracht 5 en 6, van 3.3 Lezen. Heb je het al gemaakt? Ga dan alvast verder. Over 4 minuten bespreken we de opdrachten samen. Ik geef mensen willekeurig de beurt om antwoord te geven.
timer
4:00
Slide 23 - Slide
Terugblik op doelen van deze les:
Ik kan overtuigende teksten herkennen.
Ik ken de tekstverbanden oorzaak-gevolg
Ik herken de signaalwoorden die bij deze tekstverbanden horen.