Twee motieven die in de bron aan de orde komen:
Koloniën inzetten als afzetmarkt voor industriële eindproducten: ‘de katoenspinners van Manchester staan klaar om ze te kleden’. (1p)
Het christendom verspreiden onder de inheemse bevolking van de koloniën: ‘de dienaren van Christus branden van ijver om hen, arm dwalende heidenen, te voegen bij de kudde der gelovigen’. (1p)
Twee motieven buiten de bron:
Nationalisme: hoe meer koloniën, hoe groter het internationale aanzien van de koloniale machthebber. (1p)
Blank superioriteitsgevoel: de westerse cultuur in normen en waarden overdragen aan de bevolking van de koloniën via onderwijs en wetgeving. (1p)