Havo 4 Nectar 4.1

Paragraaf 4.1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Paragraaf 4.1

Slide 1 - Slide

Deze periode (TW2)

Slide 2 - Slide

Deze periode (TW2)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 4.1

Slide 5 - Slide

Binas 86 !!

Slide 6 - Slide

Bevruchting eicel

Slide 7 - Slide

Bevruchting eicel

Slide 8 - Slide

Bevruchting eicel

Slide 9 - Slide

Klievingsdeling
BiNaS 86E

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Geslachtsorganen
BiNaS 86AB

Slide 12 - Slide

Placenta
BiNaS 86E
  • uitwisseling van voedingsstoffen, O2, CO2 en afvalstoffen

Slide 13 - Slide

Geslachtskenmerken
Geslacht: wordt bepaald door geslachtschromosomen

Primaire geslachtskenmerken:
ontstaan tijdens embryonale ontwikkeling

Secundaire geslachtskenmerken: ontwikkelen zich verder tijdens de puberteit

Tertiaire geslachtskenmerken: geestelijke verandering o.i.v. hormonen

Slide 14 - Slide

Wat is wat?
Geslacht: hoe je wordt geboren
Gender: hoe je je voelt
Geaardheid: op wie je valt

Slide 15 - Slide

Gender en seksualiteit

Slide 16 - Slide

Zet in de juiste volgorde!
1
2
3
4
Embryo
Blastula
Foetus
Zygote

Slide 17 - Drag question

Welk onderdeel groeit uit tot de placenta?
A
Trofoblast
B
Embryoblast
C
Blastocyste
D
Amnionholte

Slide 18 - Quiz

Placenta
A
bestaat uit weefsel van embryo en moeder en zorgt voor het vervoer van zuurstof en voedingsstoffen
B
bestaat alleen uit weefsel van het embryo en ontvang zuurstof en voedingstoffen
C
bestaat alleen uit het weefsel van moeder en vervoert zuurstof en voedingstoffen
D
bestaat uit onbekend weefsel en vervoert zuurstof en voedingstoffen.

Slide 19 - Quiz

In welke fase van de celcyclus vindt de DNA-replicatie plaats?
A
G1-fase
B
S-fase
C
G2-fase
D
M-fase

Slide 20 - Quiz

Waarvoor staan de letters G (G1 fase en G2 fase) en S in de celcyclus?
A
G = genen S = synthese
B
G = groei S = stimulatie
C
G = groei S = synthese
D
G = genen S = stimulatie

Slide 21 - Quiz

In welke fase(n) van de celcyclus zijn de chromosomen zichtbaar zoals in de afbeelding?

A
M-fase
B
S-fase
C
G1-fase
D
G2-fase

Slide 22 - Quiz

Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar?
Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromatide
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden

Slide 23 - Quiz

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 24 - Drag question

Leerdoelen 4.1

Slide 25 - Slide


  • Lezen 4.2 (5 min!)
  • Maken 4.1: opdracht 2, 5-7, 11, 14, 16
Aan het werk

Slide 26 - Slide