Formules 1

Formules 
3.1 Woordformule, tabel en grafiek
3.2 Formules maken
1 / 12
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Formules 
3.1 Woordformule, tabel en grafiek
3.2 Formules maken

Slide 1 - Slide

2 + 3 x 6 -2 =
A
28
B
14
C
18
D
20

Slide 2 - Quiz


A
Janneke en Joran
B
Janneke en Qiu
C
Joran en Qiu
D
Geen antwoord

Slide 3 - Quiz

Maak de pijlenketting bij de formule.
Aantal broodjes= 15 x tijd in uren + 10

Slide 4 - Open question

Lesdoelen
1.Je kunt een lineaire formule herkennen aan de bijbehorende tabel en grafiek.
2.Je kunt een puntgrafiek herkennen.
3. Je kunt zelf een lineair formule maken.

Slide 5 - Slide

Wat is een lineaire formule en hoe ziet een lineaire grafiek eruit

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Ahmed werkt bij Albert Heijn en verdient 6 euro per uur. Als hij in Zaandam werkt in plaats van Purmerend, krijgt hij 5 euro reiskostenvergoeding. Wat is de formule die hierbij hoort?
verdiensten = (aantal uren × € 6 ) + 5 euro

Slide 9 - Slide

Welke tabel heeft een lineair verband?
A
A
B
B
C
A en B
D
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

De woordformule is...
A
Aantal attracties x 2,50 + 15 = het totale bedrag
B
Aantal attracties x 15 + 2,50 = het totale bedrag

Slide 11 - Quiz

Het huiswerk
Voorkennis, 3.1 en 3.2

Slide 12 - Slide