Verplichting om externe wedstrijden te fluiten en/ of te beoordelen.
Aantal = alle thuiswedstrijden wedstrijdkorfbal x 1,3
Veld- en zaalcompetitie tellen apart.
Jurytafel telt ook mee!
Slide 4 - Slide
Arbitrale begroting
Slide 5 - Slide
Boete bij niet voldoen aan rompregeling
Vorige seizoen op het veld te weinig gefloten, waardoor boete.
Openstaande eigen wedstrijd worden niet altijd door eigen leden/scheidsrechters opgelost, terwijl deze wel mee tellen.
Voorbeeld: Marco Sparreboom is vorig seizoen komen fluiten voor openstaande wedstrijden S2 en S3. Hij heeft hiervoor €70,- aan reiskosten ontvangen. De wedstrijd telt niet mee voor onze verenging. Hierdoor is de boete hoger uitgevallen, namelijk €60,50 hoger.
KOSTEN = €130,50 omdat we als vereniging deze wedstrijden niet zelf hebben gefloten maar elders een scheids hebben gezocht.
Slide 6 - Slide
Spelregelverduidelijking 2023
“Duiken” naar de bal mag, maar wel veilig en volgens de regels.
Opzettelijke overtreding om de bal, als verdediging snel te bemachtingen moet over de gehele wedstrijd hetzelfde beoordeeld worden, ongeacht de tijdsdruk. Het is geen wangedrag (en dus geel) als dit in de laatste minuut gebeurd.
Scheidsrechters dienen altijd voordeel te geven ipv te fluiten en de aanvallende ploeg een spelhervatting (en dus reset schotklok) te geven.
Als in de periode tussen het fluiten voor een overtredingen en het nemen van een strafworp een wissel doorgevoerd wordt, mag na het scoren van deze strafworp diezelfde speler die uit het veld werd gehaald direct weer ingewisseld worden.
Balbezit betekent dat de speler de bal onmiddellijk moet kunnen verplaatsen. Er moet dus sprake zijn van bal onder controle hebben.
Schieten naar de korf bij een uitbal om de schotklok te resetten. Omdat je niet mag scoren uit een uitbal, moet dit schieten als een worp gezien worden. Het is toegestaan om de bal tegen de korf te gooien, maar de schotklok wordt niet teruggezet op 25s.
Slide 7 - Slide
Tijd voor de QUIZ!
Zometeen inloggen
30 meerkeuzevragen
Vragen en antwoorden staan op grote scherm; vraag wordt ook op telefoon getoond; vraag en antwoordmogelijkheden zullen worden voorgelezen
Je hebt 30 seconden de tijd om te antwoorden
Tik het goede antwoord (A, B, C of D) aan op je telefoon
Na ieder antwoord is er ruimte om uitleg te geven en vragen te stellen
Winnaar ontvangt een echte scheidsrechtersfluit en chocolade
ZIJN JULLIE ER KLAAR VOOR?!
Slide 8 - Slide
1. Bij een zaalwedstrijd staat de thuisspelende vereniging in de hal te wachten. De tegenstander heeft laten weten dat ze vastzitten in het verkeer. Hoe lang moeten scheidsrechter en thuisteam wachten op de tegenstander?
A
Tot een kwartier na het officiële tijdstip van beginnen
B
Tot 5 minuten na het officiële tijdstip van beginnen
C
Tot een half uur nadat de tegenstander heeft gebeld.
D
Tot een uur nadat de tegenstander heeft gebeld.
Slide 9 - Quiz
2. De scheidsrechter heeft tijdens de wedstrijd een gele kaart getoond. Mag hij na afloop van de wedstrijd besluiten dat toch niet op het wedstrijdformulier te melden?
A
Ja, dat mag
B
Nee, dat mag niet
Slide 10 - Quiz
3. Mag bij een spelhervatting de verdediger dicht op de aanvaller gaan staan?
A
Dit mag niet; de aanvaller moet altijd vooruit kunnen spelen
B
Dit mag niet; de verdediger moet minimaal een armlengte afstand nemen
C
Dit mag en de verdediger mag er ook bij springen
D
Dit mag, als de verdediger maar niet de bal blokkeert.
Slide 11 - Quiz
4. Speler A gooit naar medespeler B, maar de scheids loopt er tussendoor en krijgt de bal tegen zich aan, waardoor de bal bij tegenstander Z komt. Wat doet de scheidsrechter?
A
Hij denkt ‘de scheidsrechter is een dood element’ en laat doorspelen
B
Hij denkt ‘pech gehad, had je maar beter uit moeten kijken’ en laat doorspelen
C
Hij fluit af en geeft de bal aan medespeler B, die hem anders ook gekregen zou hebben
D
Hij waarschuwt speler A dat niet meer te doen
Slide 12 - Quiz
5. Bestaat er een regel dat op drie spelhervattingen van dezelfde soort automatisch een vrije worp volgt bij de volgende keer?
A
Ja, dat staat in de spelregels
B
Nee, dat staat niet in de spelregels
Slide 13 - Quiz
6. Bij een spelhervatting op 4 meter afstand van de korf in een wedstrijd van de A-jeugd schiet de nemer de bal rechtstreeks naar de korf. De bal gaat er niet in, maar komt via de zijkant in handen van een medespeler en die scoort onmiddellijk. Is het een geldig doelpunt?
A
Ja, want er is niets bijzonders aan de hand en de bal is niet door de korf gegaan uit de spelhervatting
B
Nee, want je mag niet direct scoren uit een spelhervatting en door de korf te raken lijk je te willen schieten
Slide 14 - Quiz
7. Een verdediger maakt bij de korf een zware overtreding. De aanvaller blijft in het bezit van de bal en gooit naar een op 7 meter van de paal vrijstaande medespeler. De scheids besluit de voordeelregel toe te passen. Is dat juist?
A
Ja, dat is juist, want de aanvallende partij houdt de bal
B
Nee, dat is niet juist, want de scheidsrechter moet een spelhervatting geven plus een vermaning aan die verdediger
C
Ja, dat is juist, want van zeven meter moet iemand altijd kunnen scoren
D
Nee, dat is niet juist. De scheidsrechter is verplicht elke bewuste, zware overtreding op een aanvaller te bestraffen met een strafworp
Slide 15 - Quiz
8. Een speler mag een strafworp nemen. Een verdediger staat met het nemen van de strafworp met haar handen te zwaaien. Laat de scheids de strafworp altijd overnemen?
A
Nee, hij laat de strafworp niet overnemen, want de tegenstander mag storen/ afleiden
B
Hij laat de strafworp alleen overnemen als deze gemist werd
C
Ja, hij laat de strafworp altijd overnemen
D
Ja en hij geeft voor straf nog een extra strafworp erbij
Slide 16 - Quiz
9. Wat besluit de scheids als een mede-aanvaller te vroeg inloopt bij het nemen van de strafworp?
A
De scheidsrechter laat de strafworp overnemen
B
Alleen als er gescoord wordt fluit de scheidsrechter af en geeft een spelhervatting aan de verdediging
C
De scheidsrechter fluit af en geeft een spelhervatting aan de verdediging
D
De scheidsrechter fluit af als de aanvaller die te vroeg inliep de bal pakt; hij geeft dan een spelhervatting aan de verdediging
Slide 17 - Quiz
10. Moet een strafworp altijd geschoten worden?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
11. Een verdediger gooit de bal naar een vrijstaande en in schotpositie staande aanvaller in het andere vak. Ze wordt veel te zwaar gehinderd, waardoor de worp mislukt. De scheids fluit en geeft een strafworp in het andere vak. Is dat goed?
A
Goed, de worp naar een vrijstaande aanvaller mislukte omdat de werper te zwaar gehinderd werd
B
Niet goed, de bal was nog in het vak van de verdediging
Slide 19 - Quiz
12. Een aanvaller wordt door 2 spelers gehinderd. Wat doet de scheids?
A
De scheidsrechter doet niets
B
Als de aanvaller schiet geeft hij een strafworp
C
Als de aanvaller schiet krijgt hij een vrije worp tegen
D
Als de bal aankomt bij de andere speler geeft de scheidsrechter een spelhervatting
Slide 20 - Quiz
13. Een verdediger die de bal werpt wordt veel te zwaar gehinderd door haar tegenstander. Wat beslist de scheids?
A
De scheidsrechter geeft in het andere vak een vrije worp aan de aanvallende partij
B
De scheidsrechter geeft een spelhervatting aan de verdediging
C
Niets, de bal blijft in het bezit van de werpende partij
D
Niets, je mag als aanvaller het opbrengen van de bal naar het andere vak bemoeilijken
Slide 21 - Quiz
14. Voetbal wordt met een spelhervatting bestraft…
A
Wanneer een verdediger de bal expres wegschopt
B
Wanneer een verdediger door het wegschoppen er voordeel bij heeft
C
Als de bal tegen het been van de tegenstander wordt gegooid
D
Wanneer een aanvaller de bal bewust met de voet raakt
Slide 22 - Quiz
15. Wanneer wordt voetbal met een vrije worp bestraft?
A
Als de verdediger de bal per ongeluk met voet of been raakt
B
Als de verdediger met opzet tegen de bal schopt
C
Als de aanvaller de bal per ongeluk met voet of been raakt
D
In alle gevallen waarin er sprake is van voetbal van een verdediger
Slide 23 - Quiz
16. Een speler tikt de bal met de vuist weg. Mag dat?
A
Dat mag als het geen gevaar oplevert
B
Dat mag als er niemand in de buurt is
C
Dat mag alleen bij de middellijn
D
Dat mag nooit
Slide 24 - Quiz
17. Wat hebben we vorig jaar namens SV Melderslo aan de scheidsrechters gegeven die floten in de week van de scheids?
A
Een cadeaubon van bol.com
B
Een cupcake
C
Een fluit
D
Een doosje Merci
Slide 25 - Quiz
18. Een aanvaller schiet, de bal is los. De verdediger slaat de bal in het gezicht van de aanvaller. Wat doet de scheids?
A
De scheids doet niets en laat doorspelen
B
De scheids fluit en geeft een strafworp aan de aanval
C
De scheids fluit en geeft een vrije worp aan de aanval
D
De scheids fluit en laat de spelers hun positie weer innemen; de aanvaller krijgt de bal
Slide 26 - Quiz
19. In een duel om de bal raken de spelers elkaar
A
Dag mag als het niet ontaardt in onbesuisd gedrag
B
Dat mag niet; het is een overtreding van de persoon die het grootste aandeel heeft in het aanraken
C
Dat mag niet; het is een overtreding van de persoon waarnaar de bal niet werd gegooid
D
Dat mag niet; het is een overtreding van de verdediger
Slide 27 - Quiz
20. Een aanvaller en een verdediger staan bij de paal en proberen de bal te vangen. De bal gaat over de korf heen; de verdediger loopt achteruit om de bal te pakken en duwt daarbij zijn tegenstander weg. Wat beslist de scheids?
A
Een spelhervatting voor de aanval omdat een verdediger duwt
B
Een vrijeworp voor de aanval omdat een verdediger duwt
C
Niets; dat hoort nu eenmaal bij het spel
Slide 28 - Quiz
21. Een verdediger wil de bal naar een aanvaller gooien die achter de paal in het aanvalsvak vrij staat. De bal gaat door de korf. Wat beslist de scheids?
A
De goal telt niet, de verdediging van de andere partij krijgt in het andere vak een spelhervatting bij de paal
B
De goal telt; er stond immers een aanvaller vrij
C
De goal telt niet, maar de scheidsrechter geeft een strafworp aan het team van de werper
D
De goal telt niet, de werper krijgt de bal nog eens om het over te doen
Slide 29 - Quiz
22. Een verdediger wil de bal naar zijn aanval gooien. Ze wordt zo goed door haar tegenstander gehinderd dat zij de bal door de korf gooit in haar vak. Telt deze goal?
A
Nee, een verdediger kan geen doelpunt maken
B
Nee, de verdediger werd gehinderd door de aanvaller
C
Ja, het is een doelpunt voor de eigen partij; de tegenpartij hinderde toch
D
Ja, het is een geldig doelpunt voor de tegenpartij
Slide 30 - Quiz
23. Er wordt gescoord. De scheids fluit, maar keurt het doelpunt af. Kan dat?
A
Ja, voor de bal door de korf ging heeft hij een overtreding van een verdediger geconstateerd
B
Ja, voor de bal door de korf ging heeft hij een overtreding van een aanvaller gezien
C
Nee, de bal is door de korf gegaan; de scheidsrechter kan de goal niet alsnog afkeuren
D
Nee, de goal is gescoord toen het spel niet ‘dood’ was
Slide 31 - Quiz
24. De bal is los en nu klinkt het eindsignaal einde-wedstrijd. De bal gaat door de korf. Telt deze goal nog mee?
A
Ja
B
Nee
Slide 32 - Quiz
25. Een verdediger loopt tegen de paal en de paal beweegt zichtbaar; het schot valt vanwege het bewegen van de paal niet door de korf. Wat beslist de scheids?
A
De scheidsrechter kent een strafworp toe aan de aanvallende partij
B
De scheidsrechter kent toch een doelpunt toe
C
De scheidsrechter fluit niet; er wordt gewoon doorgespeeld
D
De scheidsrechter fluit en geeft een vrije worp
Slide 33 - Quiz
26. De bal is op weg naar de korf. De scheids ziet nu dat de verdediger een overtreding maakt. Hij fluit en de bal gaat door de korf. Telt dat doelpunt?
A
Ja
B
Nee
Slide 34 - Quiz
27. Een aanvaller loopt tegen de paal en de paal beweegt zichtbaar; het schot valt nu door de korf. Wat beslist de scheids?
A
Het doelpunt telt
B
Het doelpunt telt, want het bewegen van de paal gebeurde per ongeluk
C
Het doelpunt telt niet en het spel gaat gewoon door
D
Het doelpunt telt niet; de scheidsrechter geeft een spelhervatting aan de verdediging
Slide 35 - Quiz
28. Welke afstand moet ten minste ‘obstakelvrij’ zijn om het speelveld bij veldkorfbal?
A
0,5 meter
B
1 meter
C
1,5 meter
D
2 meter
Slide 36 - Quiz
29. Wat doet de scheids als een verdediger onbewust vanaf de middenlijn opspringt en boven het aanvalsvak de bal naar een medespeler tikt?
A
Hij geeft een spelhervatting aan het andere team in het aanvalsvak
B
Hij laat doorspelen
C
Hij geeft een spelhervatting aan het andere team in het verdedigingsvak
D
Hij geeft een vrije worp in het aanvalsvak
Slide 37 - Quiz
30. Wat doet de scheids als de rebound aanvaller zijn hand op de schouder legt van haar verdediger, zodat deze niet op kan springen en het schot wordt een doelpunt?