What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3aso Leenwoorden + Neologismen
Vraag 34
Leenwoorden
Neologismen
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Vraag 34
Leenwoorden
Neologismen
Slide 1 - Slide
Wat is een leenwoord?
timer
0:30
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
Nederlandse woorden in een andere taal
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwetse woorden, woord dat we niet meer gebruiken
Slide 2 - Quiz
Uit welke taal hebben wij het woord 'Humor' geleend?
A
Duits
B
Pools
C
Frans
D
Engels
Slide 3 - Quiz
Uit welke taal is het woord "überhaupt" ontleend?
A
Duits
B
Frans
C
Arabisch
D
Spaans
Slide 4 - Quiz
Uit welke taal is het woord "gitaar" ontleend?
A
Engels
B
Frans
C
Perzisch
D
Spaans
Slide 5 - Quiz
Uit welke taal is het woord "macho" ontleend?
A
Frans
B
Engels
C
Deens
D
Spaans
Slide 6 - Quiz
Uit welke taal is het woord "album" ontleend?
A
Duits
B
Frans
C
Engels
D
Hongaars
Slide 7 - Quiz
Uit welke taal is het woord "aquarium" ontleend?
A
Engels
B
Frans
C
Duits
D
Latijn
Slide 8 - Quiz
Leenwoorden
Luister naar het fragment. Hierin wordt uitgelegd wat leenwoorden zijn en wat er bedoeld wordt met etymologie.
Uitleg leenwoorden
Slide 9 - Slide
Hoe komt het dat het Nederlands zoveel leenwoorden heeft?
Slide 10 - Open question
Noem een leenwoord uit het Frans.
Slide 11 - Open question
Noem een leenwoord uit het Engels.
Slide 12 - Open question
Noem een leenwoord uit het Duits.
Slide 13 - Open question
Wat is het meest uitgeleende Nederlandse woord en komt terug in 57 andere talen?
A
Boot
B
Baas
C
Aardappel
D
Tulp
Slide 14 - Quiz
2
Slide 15 - Video
Wat vind jij het leukste neologisme ?
winkelhieren
stoeproken
ontvrienden
swaffelen
moordstrookje
Slide 16 - Poll
Slide 17 - Slide
We luisteren naar een interview over een coronawoordenboek.
Noteer 3 nieuwe woorden!
Slide 18 - Open question
00:23
Wat betekent frietchinees volgens jou ?
Slide 19 - Open question
01:20
Bedenk nu zelf een neologisme voor
versoepelingen die verstrengd worden...
Slide 20 - Open question
Hoe zou je neologismen kunnen omschrijven?
timer
0:30
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
herhaling van klanken
C
regelmatige afwisseling tussen beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen
D
woorden die we niet meer gebruiken
Slide 21 - Quiz
radio1.be
Slide 22 - Link
Wat betekent het woord 'coronashuffle'?
Slide 23 - Open question
Het coronawoordenboek kun je lezen op https://www.taalbank.nl/2020/03/14/coronawoordenboek/
Wat betekent het woord 'balkonversatie'?
Slide 24 - Open question
Wat betekent het woord 'haarakiri?
Slide 25 - Open question
Opdracht 3 blz 356
Zoek de woorden op die je niet kent.
Alle nieuwe woorden uit de lessonup + uit opdracht 3 gebruiken we de volgende keer voor een kleine test.
Succes ermee!
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Woordenquiz
February 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
De herkomst van woorden
July 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
NieuwNederlands 1 VMTO-kGT Hoofdstuk 4/lezen
January 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Do 8 febr Etymologie en leenwoorden
February 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Taal in tijden van corona en werkwoorden
July 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Plusklas Etymologie
March 2019
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Di 5 maart Etymologie en leenwoorden
March 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Plusklas Etymologie
June 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8