Formuleren H1 - opdr. 1 t/m 3 (plus extra opdracht)

Formuleren
Hoofdstuk 1
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Formuleren
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel: je kan zinnen op de juiste manier begrenzen. 
- Woord van de week
- Huiswerk bespreken
- Uitleg theorie
- Startopdracht
- Uitleg theorie
- Opdr. 1 en 2 Formuleren H1 maken

Slide 2 - Slide

Wat betekent het woord van de week 'langetenenvrees'?

Slide 3 - Open question

Woord van de week
Langetenenvrees: vrees om anderen, m.n. lichtgeraakte personen, te kwetsen of te beledigen met uitspraken die gevoelig liggen of met het behandelen van gevoelige onderwerpen in een artikel of boek.

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen hoofdzin en een bijzin? Welke trucje kan je toepassen?

Slide 5 - Open question

Is het deel voor de komma een hoofdzin of een bijzin? Hoewel het morgen gaat regen, gaan we toch naar het buitenzwembad.
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 6 - Quiz

Is het deel achter de komma een hoofdzin of een bijzin? Ik ga morgen naar de bioscoop, tenzij het mooi weer wordt.
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 7 - Quiz

Is het deel achter de komma een hoofdzin of een bijzin? Omdat de auto stuk is, gaan we dit jaar met het vliegtuig op vakantie.
A
hoofdzin
B
bijzin

Slide 8 - Quiz

Huiswerk bespreken
Opdr. 1 t/m 3 Formuleren H3 (blz. 100-101)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Is het deel achter de komma in de volgende zin een hoofdzin of een bijzin? Josh kaft zijn boeken, omdat hij ze netjes wil houden.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 13 - Quiz

Is het deel achter de komma in de volgende zin een hoofdzin of een bijzin? Josh kaft zijn boeken, want hij wil ze netjes houden.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 14 - Quiz

Is het deel achter de komma in de volgende zin een hoofdzin of een bijzin? Als Tom nu niet aan het werk gaat, gaat hij niet over.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 15 - Quiz

Is het deel voor de komma in de volgende zin een hoofdzin of een bijzin? Terwijl Maartje aan het sporten was, had haar broertje haar kamer versierd.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 16 - Quiz

Startopdracht maken
- Blz. 32-33
- In je schrift
- In stilte (individueel)
- Paar minuutjes 
- Vervolgens in tweetallen bespreken
- Daarna bespreken

Slide 17 - Slide

Uitleg theorie: zinnen onjuist begrenzen
- Verschil hoofdzin en bijzin
- Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt
- In samengestelde zinnen wordt een bijzin meestal van de hoofdzin gescheiden door een komma

Slide 18 - Slide

Uitleg theorie
Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren fout gaan:
- Soms staat een zinsdeelzin (bijzin) los die eigenlijk uitmaakt van een grotere samengestelde zin (losstaand zinsdeel)

Op het kamp sneden de leerlingen de groenten. Terwijl hun docenten de macaroni kookten in grote pannen.

Slide 19 - Slide

Uitleg theorie
- Soms worden twee zelfstandige zinnen ten onrechte samengevoegd (zinnen aan elkaar plakken)
Jaarlijks trekken grote aantallen Nederlandse vakantiegangers naar het buitenland, velen van hen verblijven daar in een tent of een caravan.

- Twee hoofdzinnen kan je aan elkaar plakken met en, want, maar, of, dus. Als er geen verbindingswoord wordt gebruikt, moet je twee hoofdzinnen van elkaar scheiden door een punt.
Let op kenmerken hoofdzinnen en bijzinnen!

Slide 20 - Slide

Opdr. 1 en 2 Formuleren H1 maken
- Blz. 32-33
- In je schrift
- In tweetallen
- Eerste zin klassikaal doen
- 5-10 min
- Daarna bespreken

Slide 21 - Slide

Opdr. 3 Formuleren H1 maken
- Blz. 33
- Op je laptop
- Let op spelling, formulering, leestekens en hoofdletters!
- Huiswerk

Slide 22 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd? Zou je extra uitleg willen over het juist begrenzen van zinnen?

Slide 23 - Open question