RCS Griekse stadstaat

1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In welke tijd zitten we?
800 voor Christus tot ongeveer 300 na Christus

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Map

Griekse 
stadstaten 
  • Griekenland bestond nog niet als één land

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

Een polis had vaak een centrale god.

Slide 4 - Slide

Sparta (=monarchie)

Voorbeeld van een stad waar een koning aan de macht was: 
Sparta

Één persoon had het in Sparta voor het zeggen --> de koning

Slide 5 - Slide

Aristocratie 
  • Bij een aristocratie is een groep mensen aan de macht. 

Dus geen koning!

Slide 6 - Slide

Atheense democratie 
  • Athene had als stad een democratie 
  • Hierbij beslist het volk, en dus niet een koning of een klein groepje mensen...

  • De Atheners waren de eerste die voor deze bestuursvorm kozen. 

Slide 7 - Slide

Atheense democratie
Via volksvergaderingen (ekklésia) werden beslissingen gemaakt in Athene over bijvoorbeeld: oorlog voeren, hogere belastingen enz.

Ook mochten ze beslissen of mensen verbannen moesten worden, deden ze loten wie rechter werd en mochten ze de raad van 500 uitkiezen.

Slide 8 - Slide

Het Atheens burgerrecht
  • In Athene had niet iedereen dezelfde rechten
  • Alleen als je het Atheens burgerrecht had en man was kon je:
- meedoen aan de volksvergadering 
- mocht je in de raad van 500 (boulé)
- hoger rangen in het leger krijgen
  • Je kreeg het burgersschap als je twee ouders had met het Atheens burgerrecht

Slide 9 - Slide

Het Atheens burgerrecht 
  • In de volksvergadering moest ook goedgekeurd worden of een persoon het burgerrecht kreeg...
  • Maar ongeveer 30.000 mensen op een totaal van ongeveer 300.000 mensen hadden het burgerrecht!!

  • De rest werd als vreemdeling gezien

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video