Schrijven - les 2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Taalverzorging: leenwoorden en synoniemen
  • Verder met de schrijfopdracht

Slide 2 - Slide

Toetsweek - taalverzorging
  • werkwoordspelling 
  • leenwoorden
  • synoniemen
  • spreekwoorden, gezegden, uitdrukkingen
  • vragende, bedrijvende en lijdende vorm
  • verwijswoorden
  • spelling: samenstellingen, hoofdletters, meervoud, verkleinwoorden, apostrof
  • leestekens

Slide 3 - Slide

Leenwoorden
-Woorden die uit een andere taal in het Nederlands zijn terechtgekomen.

-De meeste woorden die we overnemen, worden in de loop van de tijd aangepast aan het Nederlandse spellingsysteem.

Slide 4 - Slide

Leenwoorden - Engels
  • samenstellingen schrijf je als één woord:                                      voicemail, latenightshow
  • rechterdeel van het woord een Engels voorzetsel?  -> koppelteken:  time-out, all-in
  • combinatie is een woordgroep? -> schrijf de delen los:  second opinion, low budget

Slide 5 - Slide

Leenwoorden - Frans
  • accent aigu: café, rosé
  • accent grave: crèche, première
  • accent circonflexe: enquête, gêne
  • zonder accent: controle, diner
  • zoals in het Frans: déjà vu, guillotine

Slide 6 - Slide

synoniemen
twee verschillende woorden met dezelfde betekenis:
  • fiets - tweewieler
  • dier - beest
  • vrolijk - opgewekt
  • netjes - geordend

Slide 7 - Slide

synoniemen
Gebruik synoniemen om variatie in je tekst aan te brengen -> tekst wordt saai als je steeds dezelfde woorden gebruikt.

-woordenboek
-synoniemen.net
-Word (gebruik wel het grondwoord)

Slide 8 - Slide

Synoniem

Bedenk twee woorden die synoniem zijn van elkaar.

Slide 9 - Open question

Synoniem

Wat is een synoniem van standpunt?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Schrijfopdracht
VWO: informerende of opiniërende tekst -> 'maakbaarheid van de mens'

HAVO: overtuigende tekst -> onderwerp van www.debatindeklas.nl






Slide 12 - Slide

Havo 3 - Betoog
Je schrijft een betogende tekst van minimaal 400 woorden. In de inleiding trek je de aandacht van de lezer en geef je je standpunt. 

In de kern geef je minimaal 3 argumenten waarmee je jouw standpunt onderbouwt. Ook noem je een tegenargument dat je vervolgens weerlegt. 

In het slot sluit je je betoog af door je standpunt (in andere woorden) te herhalen. Zorg voor een mooie laatste zin.

Slide 13 - Slide

Opbouw betoog

  • inleiding: aandacht trekken + standpunt geven
  • middenstuk: -argumenten (per argument 1 alinea -> geef                                        feiten die het argument ondersteunen)                                             -tegenargument + weerlegging
  • slot: herhaling standpunt in andere woorden (+ uitsmijter)

Slide 14 - Slide

Werkwijze
  • onderwerp kiezen + informatie zoeken
  • bouwplan schrijven 
  • inleiding schrijven
  • kern + slot schrijven 
  • feedbackronde 
  • tekst herschrijven

Slide 15 - Slide

Wat lever je in?
  • linkjes naar de gebruikte bronnen
  • bouwplan 
  • eerste tekst  
  • ontvangen feedback
  • aangepaste tekst
  

Slide 16 - Slide

Vwo 3 - Artikel
Je schrijft een informerende of opiniërende tekst van minimaal 400 woorden rondom het thema 'de maakbare mens'. 
Je kiest een structuur die bij je doel past. In de inleiding trek je de aandacht van je lezer en introduceer je het onderwerp. 
In de kern werk je je onderwerp uit. Je benoemt bijvoorbeeld de belangrijkste kenmerken, oorzaken en gevolgen of oplossingen.
In het slot geef je een samenvatting of trek je een conclusie. Sluit je tekst af met een mooie eindzin.

Slide 17 - Slide

Opbouw artikel

  • inleiding: aandacht trekken + onderwerp introduceren
  • middenstuk: -belangrijkste kenmerken
                                   -mogelijke oplossingen
                                   -mogelijke verklaringen
                                   -...
  • slot: samenvatting of conclusie (+ uitsmijter)

Slide 18 - Slide

Wat lever je in?
-schrijfplan
-link naar de drie gebruikte bronnen
-eerste versie van je tekst
-verkregen feedback
-tweede versie van je tekst

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide