BBL Staatsrecht les 1

Staatsrecht
Les 1
1 / 46
next
Slide 1: Slide
StaatsrechtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Staatsrecht
Les 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inleiding staatsrecht
Gaat over:
  • organisatie van de staat
  • indeling van de staat 
  • grondrechten van burgers t.o.v. de staat
Vindplaatsen:
o.a. Grondwet, de Kieswet, de Provinciewet en de Gemeentewet.

Slide 2 - Slide

In het filmpje staatsinrichting en grondrechten in vogelvlucht

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Staat
Staat = samenleving van mensen die wonen op een bepaald stuk grond waar bepaalde rechtsregels gelden die zo nodig kunnen worden gehandhaafd.
Drie kenmerken:
1) grondgebied; op de landkaart 
2) inwoners; personen met de Nederlandse nationaliteit 
3) overheidsgezag; eigen regering op het hoogste niveau
     

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe is Nederland aan zijn
huidige landsgrenzen
gekomen?

Slide 6 - Mind map

Door:
afspraken met buurlanden in Verdragen (ook in Vredesverdragen na oorlogen);
Natuurlijke afscheiding (rivieren en de zee)
en heel speciaal: door landwinning uit de Noord- en Zuiderzee).
Wanneer ben je eigenlijk Nederlander?
A
Als je hier bent geboren
B
Als je hier een Middelbare schooldiploma hebt gehaald.
C
Als één van je ouders Nederlander is
D
Als je hier woont

Slide 7 - Quiz

In principe als één van je ouders Nederlander is. Derde generatie kinderen krijgen het Nederlanderschap van rechtswege als een van de ouders ten tijde van de geboorte hier woont. Verder kun je natuurlijk door naturalisatie of de optie Nederlander worden.
Wat kan een gevolg zijn
van ontbrekend
overheidsgezag?

Slide 8 - Mind map

bijvoorbeeld:
anarchie, puinhoop, geweld, criminaliteit, armoede, recht van de sterkste

Let op: anarchisten vinden dat VRIJHEID het ultimatieve gevolg is!!!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Staatsvorm (1) 
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Eenheidsstaat
De meeste rechtsregels komen uit Den Haag
Bijvoorbeeld: het BW, het Wetboek van Strafrecht
Gedecentraliseerd
Naast centrale regelgeving maken ook provincies en gemeenten rechtsregels:
Bijv. over hondenbelasting, subsidies voor zonnepanelen




Slide 10 - Slide

let op: in de staatsrechtsleer worden de begrippen staatsvorm en regeringsvorm vaak synoniem gebruikt. Zie 
chrome-extension://efaidnbmnnnibpcajpcglclefindmkaj/https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/access/item%3A2866452/view
tot invoering van een republikeinse staatsvorm cq. regeringsvorm
Staatsvorm (2)
Democratische rechtsstaat
Rechtsstaat 
De macht van de overheid wordt beperkt door:
  1. legaliteitsbeginsel;
  2. onafhankelijke rechter;
  3. scheiding van de machten;
  4. grondrechten voor de burgers.
Democratie
Inwoners kiezen de volksvertegenwoordiging die de wetten maakt!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De rechtsstaat ingezoomd
Legaliteitsbeginsel
Overheid mag alleen handelen op grond van wetten (Latijn: lex, legis). De wetten mogen (in principe) niet met terugwerkende kracht gelden, omdat inwoners moeten weten waar ze aan toe zijn (rechtszekerheid voor de inwoners).

Slide 12 - Slide

In principe omdat terugwerkende kracht bij het invoeren van gunstige regelgeving wel kan voorkomen. Bij ongunstige regelgeving wordt terugwerkende kracht vooral in het fiscaal recht toegepast, en dan met ingang van de dag van beslissing, niet van bekendmaking in het Staatsblad. Het gaat dan om dagen, niet om maanden. Maar terugwerkende kracht moet altijd restrictief worden toegepast.
Let op: in het Strafrecht is dit uitdrukkelijk verboden!
De rechtsstaat ingezoomd
Onafhankelijke rechters
Rechter oordeelt of een rechtsregel is overtreden en hoe deze moet worden toegepast op een inwoner/bedrijf/overheid.
Alleen rechters mogen gevangenisstraf opleggen , art. 113 GW
Rechter is voor het leven benoemd, art. 117 GW
Dus: de overheid kan hem niet ontslaan!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De rechtsstaat ingezoomd
Scheiding der machten (Montesquieu)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De rechtsstaat ingezoomd
Grondrechten (en mensenrechten)
Burgers hebben grondrechten: bijv. vrijheid van meningsuiting, vrijheid van betoging, recht op gelijke behandeling ezv.
De overheid mag deze alleen soms en met hele goede redenen beperken!
(Naast grondrechten in de GW ook mensenrechten in o.a. het EVRM)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Democratie
  • art. 4 GW: iedere Nederlander van 18 jaar en ouder mag de volksvertegenwoordiging kiezen of zich laten kiezen!
  • Leeftijd: sinds 1972 = 18 jaar 
  • Geheim: je hoeft niemand te vertellen wat je hebt gestemd!
  • Vrij: je mag zelf bepalen waar je op stemt
  • Vrij: er moet iets te kiezen zijn


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Regeringsvorm (1) 
Constitutionele monarchie
Monarchie
Rol van staatshoofd wordt door erfopvolging verkregen
Dus: Juliana | Beatrix | Willem-Alexander | Amalia |  ?

Constitutioneel (komt van 'constitution')
Taken en bevoegdheden van het staatshoofd staan in een Grondwet

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Regeringsvorm (2) 
Parlementair stelsel
De regering van Nederland bestaat uit de Koning en ministers, art. 42 GW
  • Is niet gekozen, maar benoemd (coalitie van de 2e Kamer stelt ministers voor);
  • Bestuurt het land;
  • Regering moet verantwoording afleggen aan het parlement = de Staten-Generaal (hoogste macht in het land!!!);
  • Tweede Kamer (rechtstreeks gekozen door Nederlanders);   +
  • Eerste Kamer (gekozen door de Provinciale Staten).

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Koning, regering en Staten-Generaal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Taken Koning, art. 24 GW
Ceremoniële taken: 
- vertegenwoordigen van Nederland tijdens staatsbezoeken 
- werkbezoeken in provincies en gemeenten
Staatstaken:
- troonrede voordragen (beleid van de regering voor het komend jaar), art. 65 GW
- ondertekenen van wetten en Koninklijke Besluiten. 

Let op: 
Koning is onschendbaar, art. 42 GW
DUS: ministers zijn verantwoordelijk !

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De regering
Regering = Koning + ministers, art. 42 GW
Ministerraad = alle ministers samen (wekelijks teamoverleg over regeringsbeleid, voorzitter: premier)
Kabinet = Ministers + staatssecretarissen ( benoeming bij Koninklijk Besluit)

Kabinetsvorming: na Tweede Kamerverkiezing. Geen wettelijke regels maar ongeschreven recht/gewoonterecht (zie filmpje)

Naam van het Kabinet vaak: naam premier







Slide 24 - Slide

Kabinetsvorming: na Tweede Kamerverkiezing. Geen wettelijke regels maar ongeschreven recht/gewoonterecht
1) fractievoorzitters benoemen een verkenner voor mogelijkheden van coalities (samenwerking tussen partijen), dan
2) Kamer benoemt informateur om een bepaalde mogelijke coalitie beter te onderzoeken voor een regeerakkoord (samenwerkplan)
3) Formateur = beoogd minister-president zoekt bijbehorende ministers en staatssecretarissen
4) Koning beëdigt
Wat is de naam van het huidige Kabinet?
A
Corona I
B
Balkenende II
C
Paars III
D
Rutte IV

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Taken regering:
  • Bestuurt het land (opgedeeld in ministeries)
  • Maakt wetgeving samen met Staten-Generaal, art. 81 GW 
  • Ministers leiden het ministerie en zijn politiek verantwoordelijk
  • Staatssecretarissen bij zware ministeries (bijv. financiën) zijn verantwoordelijk voor hun post


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Staten-Generaal, art. 51 GW
De Staten-Generaal = Eerste Kamer + Tweede Kamer

Tweede Kamer =  150 leden gekozen via directe verkiezing door Nederlanders, art. 54 GW

Eerste Kamer = 75 leden indirect gekozen via de Provinciale Staten 

Verkiezingen elke vier jaar, art. 52 GW



Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Wie is onze Koning?
A
Beatrix
B
Catharina-Amalia
C
Willem-Alexander
D
Willem van Oranje

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wie zit er in de regering?
A
De Ministers
B
De Ministers en staatssecretarissen
C
De Koning en de Ministers

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt de Eerste Kamer gekozen?
A
direct
B
indirect

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wie kiest de Eerste Kamers dus?
A
de gemeenteraadsleden
B
de ondernemingsraden
C
de provinciale staten

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
50
B
75
C
150
D
225

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Grondrechten

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Grondrechten
Klassiek grondrecht
Sociaal grondrecht
art. 1-17 GW
art. 18-23 GW
beschermt tegen inmenging overheid
geeft een opdracht aan overheid om zaken te regelen
afdwingbaar bij de rechter
meestal niet afdwingbaar
vrijheids- en gelijkheidsrechten
economische, sociale en culturele rechten

Slide 38 - Slide

Let op: soms is sociaal grondrecht wel afdwingbaar --> Urgenda vs de Staat
klassiek grondrecht
sociaal grondrecht
vrijheid van meningsuiting
gelijke behandeling
onaantastbaarheid van het lichaam
zorg voor onderwijs
bevorderen van de volksgezondheid
zorg voor sociale zekerheid
recht van betoging
vrijheid van godsdienst
zorg voor leefmilieu
zorg voor werkgelegenheid

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Klassieke grondrechten
Hieronder een aantal grondrechten. Let op: vaak kunnen deze door andere wetten worden beperkt...
  • art. 1 GW: recht op gelijke behandeling (in gelijke gevallen) en verbod van discriminatie
  • art. 4 GW: kiesrecht (let op: vanaf 18 jaar, art. 54 GW)
  • art. 5 GW: petitierecht (recht om een verzoek aan de overheid te doen, bijv. dierenwelzijn)
  • art. 6 GW: vrijheid van Godsdienst (ook het laten zien hiervan d.m.v. kruisje, hoofddoek etc.)
  • art. 7 GW: vrijheid van meningsuiting (ook in kranten, nieuwszenders ezv.) Geen censuur
  • art. 9 GW: vrijheid van vergadering en betoging (bijv. tegen stikstofmaatregelen)
  • art. 10-13 GW: recht op privacy, dus geen camera's in je huis, niemand mag in je telefoon kijken; recht op onaantastbaarheid lichaam; en de overheid moet uit je huis blijven;
  • art. 15 GW: verbod van vrijheidsontneming

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

De burgemeester van Eindhoven wil een stikstofdemonstratie verbieden omdat hij het hier niet mee eens is.
De organisatie van de demonstratie spant een kort geding aan bij de rechter in Den Bosch.
Dat betekent dat het recht op demonstratie een:
A
klassiek grondrecht is.
B
sociaal grondrecht is.

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Klassieke grondrechten kun je afdwingen bij de rechter.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Sociale grondrechten
Sociale grondrechten geven dus een opdracht aan de overheid. 
Daarom vaak in politieke debatten! 
Niet afdwingbaar vanwege machtenscheiding...
  • art. 18 GW: betaalbare rechtsbijstand (toevoeging)
  • art.19 GW: zorg voor voldoende werkgelegenheid
  • art. 20 GW: zorg voor welvaart en sociale zekerheid (armoedebestrijding)
  • art. 21 GW: zorg voor bescherming en verbetering van het leefmilieu
  • art. 22 GW: zorg voor bevordering volksgezondheid
  • art. 22 GW: zorg voor voldoende woningen
  • art. 23 GW: vrijheid van onderwijs (klassiek)/zorg voor het onderwijs (sociaal)

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Grondregels staatsrecht: in de Grondwet
Staat: eigen grondgebied, inwoners en overheidsgezag
Staatsvorm NL: 
  • Gedecentraliseerde eenheidsstaat, want meeste regels uit Den Haag, maar ook regels uit de gemeente en Provincie
  • Democratische rechtsstaat, want legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechters, machtenscheiding en grondrechten; daarnaast algemene, vrije en geheime verkiezingen voor wetgevende macht
Regeringsvorm NL:
  • Constitutionele monarchie, omdat positie Koning geregeld is in de Grondwet
  • Parlementair stelsel: parlement is de hoogste macht en controleert de regering!


Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
  • Koningschap vervuld door de opvolgers van koning Willem I. 
  • De koning heeft ceremoniële taken en staatstaken. 
  • De koning vormt samen met de ministers de regering. 
  • De ministers zijn verantwoordelijk voor het handelen, de uitspraken en het gedrag van de koning.
  • De ministers en staatssecretarissen vormen samen het kabinet. 
  • De benoeming van het nieuwe kabinet volgt na Tweede Kamerverkiezingen. 
  • De Tweede Kamer en de Eerste Kamer zijn samen de Staten-Generaal. 
  • De leden van de Tweede Kamer worden direct door het volk gekozen. 
  • De leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen door de provinciale volksvertegenwoordigers.

Slide 46 - Slide

This item has no instructions